De beste westerns spelen zich af als de gouden pioniersperiode op zijn allerlaatste benen loopt, de nieuwe tijd zich al aankondigt, en de oude revolverheld zich nog één keer opricht. Omdat het moet. Maar wat nou als je nóg een stapje verder dan dat gaat?
Zo bezien kun je John Sturges' Bad Day at Black Rock een neowestern noemen. Niet op de manier van een moderne film als Drive, dat stijlinvloeden uit het genre gebruikt, maar door het tijdvak tegelijk te verschuiven én stil te laten staan. 'Man, they look woebegone and faraway' peinst de conducteur, terwijl hij Spencer Tracy uit een op dat moment bizar modern ogende trein laat stappen. 'I'll only be here 24 hours', antwoord Tracy. Conducteur: 'In a place like this, it could be a lifetime.' Film noir held en onzeker drankorgel Tracy (ook goed in het maatschappijkritische Fury) zet de pas erin. Er klinkt nog net geen mondharmonica, maar dit is duidelijk het Land van Ooit. Alle dorpelingen die hij tegenkomt tonen zich geërgerd, wie komt hier met koffer en al de rust verstoren, en vooral waarom? De twist, die aangekomen in het hotelletje volgt, heb ik eigenlijk al verklapt, maar dat is dus ook al na een paar minuten. We zitten in de twintigste eeuw. De Tweede Wereldoorlog is net voorbij. En dat is precies de reden dat Tracy er is.
Bad Day at Black Rock is een van de weinige films die de Amerikaanse fouten uit de Tweede Wereldoorlog dúrft aan te snijden. Mooi dat dat gebeurt in het ultieme Amerikaanse genre, al gaat het een échte tête à tête-confrontatie uit de weg. Ik doel op de Japanse Amerikanen die naar relocation camps werden versleept, en de Bom, natuurlijk. Niet dat het hier ook maar metaforisch over dat laatste gaat. Dan had de film Bad Day at Red Cloud moeten heten. Maar als we dat flauwe spelletje toch even doorzetten valt wel op dat het decor onwaarschijnlijk licht is, zodat de fragiele huisjes van doorschijnend papier lijken. Alsof de zon net is ontploft. Is die atoom-actie eigenlijk ooit door de Amerikanen verfilmd? Mij schiet alleen de magische (en ergens dus wat wrange) scene uit Empire of the Sun te binnen. Pearl Harbor belandde (vanzelfsprekend) wel op de scenariotafel van Hollywood, en daar wordt hier wél uitgebreid aan gerefereerd. Dat Black Rock met de onverwerkte fall-out uit het verleden worstelt is intussen duidelijk. En dat doen ze – heel typerend – op de enige manier die cowboys kunnen bedenken. Een nieuwe "oorlog" beginnen. Een toepasselijk detail (of plotkrater) is de overbodigheid daarvan. De angst voor het slachtoffer Tracy is overtrokken: met een andere houding zou hij vermoedelijk ongevaarlijk zijn gebleven.
Agressie is nu net iets dat níet werkt op Tracy. Hij is heel lang de ultieme pacifist, en heeft zelfs letterlijk één arm op de rug. Hulpeloosheid als briljante tegenzet. Hoe de dorpelingen hem ook beledigen en uit zijn tent proberen te lokken, hij blijft onaangedaan. De intense haatcampagne (als een herhaling van wat de Amerikaanse Japanners moesten ondergaan) zit in de uitstekende (en erg broeierige) eerste helft. Daar leven vooral Lee Marvin en de dit jaar overleden Ernest "Marty" Borgnine zich uit als 'muscle men'. Let op de verlekkerde blik van Borgnine als ie per auto 'de achtervolging' inzet, wanneer Tracy de woestenij intrekt, op zoek naar zijn van de aardbodem geveegde reisdoel.
Black Rock beweegt zich als een goed gechoreografeerde omsingeling. De slechteriken sluiten langzaam het net rondom hun eenzame prooi. De dialogen zijn gestileerd scherp, en de sfeer is big brother claustrofobisch. In een van de mooiste shots bepalen de mannen van het dorp in een groepsvergadering het lot van de eenzame reiziger. Het moment doet me sterk aan Meek's Cutoff denken. Geen Mexican stand-off, maar een Californische talk-off. Tracy's belangrijkste tegenstander (en de leader of de pack) is de ophitser aan de figuurlijke zijlijn. Deze rol wordt vertolkt door Robert Ryan, die eerder ook al aan de taboedoorbrekende noir Crossfire meedeed. Nog een film die zich in de nasleep van de oorlog met discriminatie bezighield.
Interessanter dan de slechteriken zijn de paar weifelende bondgenoten die Tracy poogt te maken. In dé scene van de film loopt hij het kantoor van de sheriff binnen. Leeg. Hij checkt de cellen; daar ligt een man te pitten. Het is de sheriff! 'Sorry, I thought you were a guest'. The Law is aanwezig maar meer dan figuurlijk lam. Het ontbreken van religie is pas echt opmerkelijk. Moeten we dat interpreteren als de goddeloosheid van het plaatsje? Draagt Ryan om die reden een rood petje? Misschien dat de producers de film daarom eerst nogal 'subversief' vonden. Van vrouwen hoeft Tracy het niet te hebben, het dorpje lijkt enkel bevolkt door mannen. (Op één cruciale uitzondering na dan…) Blijft over de dokter, annex lijkschouwer. 'I wouldn't trust anybody around here. Including me'. Tracy zal het dus zelf moeten doen, met alleen zijn (nét niet) onafscheidelijke hoed als compagnon. En net als in de verwante klassieker High Noon is er weinig tijd. Weggaan is uitgesloten. Zijn ideeën zijn op. En dan resten kennelijk toch alleen nog oude Amerikaanse middelen.
(door Ludo)