[cd, Rough Trade/Audika/Konkurrent]
Een medicijn tegen AIDS 16 jaar geleden zou de nobelprijs voor Geneeskunde en kunst hebben opgeleverd. Het zou voor alle patiënten een uitkomst zijn geweest en de geniale muzikant Arthur Russell zou wellicht nog leven. Ik ben denk ik net als vele anderen pas met Arthur Russell in aanraking gekomen door de vele heruitgaven van zijn werk. De 40 jaar oud geworden Russell is met terugwerkende kracht een legende te noemen door zijn muzikale visie en de enorme variatie in zijn werk. In de jaren 70 en 80 heeft hij zoveel verschillende dingen uitgebracht, zowel solo als in projecten als Dinosaur L, Loose Joints, Indian Ocean en Flying Hearts (met David Byrne, Rhys Chatham en Peter Gordon). Inmiddels zijn die via diverse heruitgaven en verzamelaars als weer beschikbaar gemaakt. Elke keer pak je alleen wel de cd erbij om te kijken of het echt wel dezelfde man betreft, want het loopt uiteen van Joy Division-achtige muziek en complexe avantgarde tot mutant disco, dub ambient of neo klassiek. Maar onmiskenbaar vind je die geweldige, karakteristieke en fotogenieke, pokdalige kop in het boekje. Hij is een klassiek geschoolde cellist en componist en heeft met mensen als Rhys Chatham, Glenn Branca, Allen Ginsberg en Philip Glass gewerkt. Verder heeft hij Indiase muziek gestudeerd bij niemand minder dan Ali Akbar Khan. Deze man is een klasse apart, zoveel is duidelijk. Het Audika label brengt onder de vleugels van Rough Trade steeds weer heruitgaven of zelfs nooit verschenen muziek van hem uit. En daar zijn we ze natuurlijk eeuwig dankbaar voor. Nu ook weer, want uit 8 uur nooit eerder uitgebracht materiaal hebben ze het album Love Is Overtaking Me gedistilleerd. 21 tracks van meer dan een uur die Arthur -hoe verrassend zou ik haast zeggen- weer van een andere kant tonen. Hierop maakt hij meer toegankelijke singer-songwritermuziek, waarin hij elementen van country, bluesrock, 70-er jaren folk, klassiek en zelfs pure pop verweeft. Sommige liedjes zijn zelfs enorm opgewekt en uptempo. Zijn typische, doorleefde stem maakt er overigens net als zijn eigenzinnige muziekbenadering altijd wel een succes van. Dat is hier niet anders. Zoals vaker wordt hij bijgestaan door Rhys Chatham, David van Tieghem en Jerry Harrison (Talking Heads). De productie is in goede handen van John Hammond (onder andere Billie Holiday, Bob Dylan, Count Basie, Aretha Franklin, Bruce Springsteen). Werkelijk hartverscheurend is de profetische song “I Couldn’t Say It To Your Face” waar hij aan toevoegt “but I won’t be around anymore”. Maar ook de rest is van een hoog niveau. Net als Rembrandt is hij roemloos ten onder gegaan. Zonde en onterecht! De man verdient een standbeeld.
door Jan Willem Broek