[cd, Western Vinyl/Konkurrent]
Zo begin je als klassiek getrainde, jonge violiste/zangeres bij Alex Dupree And The Trapdoor Band (nu Idyl hetend) en maak je sinds 2007 ineens deel uit van de spraakmakende neoklassieke post-rockformatie Balmorhea. Dat is wat de Amerikaanse Aisha Burns overkomt. Achter de schermen begint ze naast deze hand- en spandiensten ook te schrijven aan eigen materiaal, die buiten haar “comfort zone” vallen. Deze wonderschone, donkere zangeres blijkt over een prachtige soulvolle stem te beschikken, maar kan ook etherisch uithalen als de blanke folkheldinnen. Ik betrek meestal huidskleur niet in recensies, omdat het er voor mij totaal niet toe doet hoe iemand eruit ziet of waar iemand vandaan komt, maar haar stem heeft een tijdloos, ambivalent en prachtig geluid, waarbij je eerlijk gezegd eerder een ander persoon bij voorstelt.
Ze presenteert nu haar zielenroerselen op haar debuut Life In The Midwater, waarbij ze zingt en (alt)viool en gitaar speelt. Aisha krijgt her en der nog wat steun op gitaar, bas en ambientgeluiden, maar het is bovenal een soloaangelegenheid geworden. Burns blijkt een begenadigd singer-songwriter en weet alleen al met haar bloedmooie zang te overtuigen. De toevoeging van gitaar en viool geven een fijne melancholische sfeer aan haar liedjes, maar onderstrepen daarnaast ook haar waanzinnige zangtalent. Hiermee weet ze alles naar een hoog niveau te tillen en raakt diepe snaren. Ze is naar eigen zeggen beïnvloed door Gillian Welch en Nina Simone, maar komt met haar wonderschone, intieme muziek ergens uit tussen Mirel Wagner, Laura Marling, Chelsea Wolfe, Cat Power, Alela Diane, Essie Jain, Marissa Nadler, Natalie Merchant en Chloe Carles. Stil en mysterieus als de nacht, verdrietig van verlies en eenzaamheid, breekbaar als kristal en warm als een innige omarming. De negen nummers finishen net na 31 minuten, maar maken ondanks de lengte een onvergetelijke indruk.
door Jan Willem Broek