Vanavond begint het Netherlands Deathfest in 013. Het festival duurt drie dagen, maar ik ga alleen vandaag. Drie dagen death metal is me wat te veel.
Mijn relatie met death metal is namelijk altijd een beetje dubbelzijdig geweest.
Om thuis te luisteren wordt het me vaak snel te saai. Veel bands maken de fout brute kracht of technisch vernuft boven pakkende nummers of emotionele impact te stellen. Muziek die heel agressief en energiek wil zijn wordt dan langdradig en vermoeiend. Zeker als er wordt gekozen voor een moderne loudness war-productie met nauwelijks dynamiek.
Dan zijn er nog de zangers, of liever gezegd, grunters. Ik heb niets tegen grunten an sich, maar het is wel een kunstvorm waarbij op zijn minst iets van enige emotionele expressie mooi is. Oh ja, het is ook positief als de grunter echt een frontman is op het podium. Bij veel deathmetalbands is het grunten iets dat een gitarist er stokstijf achter de microfoon staan bij doet.
Waar die kritiekpunten voor zover het kan bij muziek nog enigszins objectief te noemen is, daar is mijn volgende probleem puur een kwestie van smaak. Ik houd van groove en ritmes die tjsak-boem-tsjak-boem gaan. Veel moderne deathmetalbands gaan echter voor een extreem strakke sound met cyborgdrums die van tak-tak-tak-tak gaan.
Maar waar het faalt als luistermuziek, daar is death metal als livemuziek bijna altijd feest. Na een paar deathmetalconcerten zijn alle andere optredens suf en vraag je je af waarom dat populaire indierockbandje niet meer gaat oefenen, wat dat gehark lijkt nergens op. Vandaag speelt Suffocation, de band waarbij ik dat misschien wel het sterkst heb. Live altijd geweldig, thuis heb ik het na twee of drie nummers altijd wel gehoord.
Hoewel ik nooit een hardcore fan van het genre zal worden, is er wel death metal die ik ook thuis graag opzet. Om op te warmen – en dat is gezien de verwachte buitentemperatuur nodig – daarom alvast zes van mijn favoriete deathmetalnummers:
Bolt Thrower – Anti-Tank (Dead Armour)
Ik houd dus van groove en als je van groove houdt moet je bij Bolt Thrower zijn. Wat de helaas in 2015 overleden drummer Martin Kearns en bassiste en bekendste vrouwelijke muzikant in de mannenwereld van de death metal, Jo Bench, hier neerleggen is werkelijk onovertroffen. En komen Barry Thomson en Gavin Ward er nog overheen met hun als een tankbataljon voortrollend riffs. Karl Willets tenslotte is niet mijn favoriete zanger, maar hij doet ook geen afbreuk aan de muziek en krijgt pluspunten voor relatief goede verstaanbaarheid.
Wat ik altijd erg waardeer aan Bolt Thrower, is dat ze ook zelf vonden dat dit niet te overtreffen was. Ze hebben na Those Once Loyal, het album waar ‘Anti-Tank (Dead Armour)’ en nog een stel soortgelijke klassiekers op staan, geen plaat meer uitgebracht omdat ze de nieuwe songs minder vonden dan was op die plaat stond. Dat zouden meer bands moeten doen.
Obituary – Slowly We Rot
Als er een Top 2000 van death metal zou zijn, dan zou ‘Slowly We Rot’ wellicht niet de ‘Bohemian Rhapsody’, maar toch zeker wel de ‘Child in Time’ van die lijst zijn. Dit nummer van het debuut van Obituary is een deathmetalanthem uit de hoogste categorie.
In de loop der jaren is Obituary zo een beetje uitgegroeid tot de AC/DC van de death metal: ze doen altijd hetzelfde trucje, maar dat trucje doen ze wel als allerbeste.
Allereerst is daar de onovertroffen, slepende zombiehordegroove. Met dank aan Donald Tardy, de meest muzikale der deathmetaldrummers en Peres’ jankende gitaren. En waar zijn broer Donald de drummersranglijsten aanvoert, daar wordt het “gewonde tijger”-geluid van broer John alom beschouwt als het neusje van de zalm op het gebied van grunten.
Dat is belangrijk, maar nog belangrijker is dat Obituary altijd van die lekker simpele liedjes maakt. Gewoon ergens tussen twee en vier minuten lang, met goede hooks en altijd wel een tempowissel om het interessant te houden.
Entombed – Full of Hell
Ook een rockende, liedjesgerichte band met een erg goede grunter. LG Petrov vind ik persoonlijk zelf misschien nog wel iets beter dan John Tardy (hoewel hij bij liveoptredens vaak zo bezopen is dat het een soort Shane McGowan-achtige wanvertoning wordt.) De neiging tot lekker rocken werd zelfs zo erg voor drummer en songschrijver Nicke Andersson dat hij uit Entombed stapte om The Hellacopters te beginnen.
De eerste twee Entombed-platen Left Hand Path en Clandestine worden in het algemeen als de klassiekers beschouwd, maar ik ben meer fan van de al meer richting The Hellacopters schuivende sound van opvolgers Wolverine Blues (waar ‘Full of Hell’ op staat) en DCLXVI – To Ride, Shoot Straight and Speak the Truth.
Dismember – Dreaming in Red
Dismember zijn stadgenoten van Entombed uit Stockholm. Typisch genoeg was ook Dismember de drummer de belangrijkste songschrijver. Beide bands hadden verder de geweldige Zweedse deathmetalgitaarsound, die een cultstatus op zich heeft.
‘Dreaming in Red’ is verder de een enorme uitschieter omhoog in het verder degelijk tot goede oeuvre van Dismember. Maar wat een uitschieter! Dat basloopje! De openende en sluitende gitaarsolo van David Blomqvist! Het maniakale middenstuk!
Paradise Lost – Beneath Broken Earth
De deathmetalband met het meeste popgevoel. Ze hebben ook een poprock– en zelfs synthpopperiode gehad. Tegenwoordig is Paradise Lost echter weer volledig teruggekeerd naar de death metal.
Ze hebben wat ze geleerd hebben tijdens hun uitstapjes richting andere genres wel meegenomen. Dat culmineert dan in de niet anders dan als ‘majestueus’ te omschrijven requiem ‘Beneath Broken Earth’, het traagste, zwaarste en misschien ook wel gewoon beste nummer uit de hele carrière van Paradise Lost. Met een hoofdrol voor één van mijn favoriete gitaristen: Gregor Mackintosh.
Mackintosh zou met zijn andere band Vallenfyre optreden op NDF, maar ze zitten ingesneeuwd in Engeland. Nu is Vallenfyre een stuk meer van beukenstein dan Paradise Lost, dus minder mijn smaak, maar het is toch jammer.
Carcass – The Granulating Dark Satanic Mills
Net als bij Entombed en Dismember zijn er ook tussen Paradise Lost en Carcass de nodige overeenkomsten. Beide zijn het Engelse bands die in de loop van de tijd steeds melodieuzer werden, met een hoofdrol voor een enigszins ondergewaardeerde gitarist. Bij Carcass is dat Bill Steer, die zo vaak wordt genoemd als de meest ondergewaardeerde gitarist in de metal dat je vraagtekens kun zetten bij die status.
En beide bands maakte de afgelopen jaren een comeback met een aantal songs die bij hun beste werk gerekend kunnen worden. Van Carcass’ weergaloze comebackplaat Surgical Steel heb ik gekozen voor ‘The Granulating Dark Satanic Mills’, maar ik had zo een andere keuze kunnen maken.
Van alles bands in dit rijtje is Carcass de enige band die op NDF speelt. Ze zijn vandaag de headliner (en ze zijn al in Tilburg, dus dat gaat door.) Ik kijk er nu al naar uit.