50 x 90: 23. Crimeny – Peat (1994)

Het einde van een tijdperk.

Crimeny Mijn tijdperk bedoel ik dan. Mijn metaltijdperk, want Crimeny is de laatste metalplaat die ik tot 2002 aanschafte (op een backcatalogue plaatje van deze of gene na). Wist ik toen nog niet natuurlijk. En het is allemaal de schuld van nu-metal. Ik was namelijk niet zo boos of verongelijkt, nooit geweest ook. Metal was altijd escapisme, zelfs de meest agressieve deathmetal. Nu-metal was alleen maar boos, ontevreden, klagerig en nam zichzelf zo onnoemelijk serieus dat ik het bijna lachwekkend vond. Bijna, want het was vooral vervelend en saai.

Crimeny was helemaal niet vervelend of saai. Het was weer eens een Watt recensie – van wie weet ik echt niet meer, normaal onthoud ik die dingen wel en het stoort me dan ook erg dat dit nu niet het geval is – en die vier M'en (vijf M'en was het maximum, vraag me even niet waar al die letters voor stonden) waren meer dan terecht. Ja, anders koop ik hem ook niet natuurlijk. Muzikaal niet zo moeilijk te beschrijven: laaggestemde gitaren – beetje nu-metal achtig, maar dat had die stroming natuurlijk van deathmetal gestolen -, vol gitaarfratsen want op Mike Varneys Shrapnel label (en daar mag je alleen komen als een gitaarnotenneuker bent), en dan alles overgoten met een zwaarmoedige sfeer en zang die zo van Alice In Chains had kunnen zijn. Wat heet, Layne Staley leek af en toe de hele zang over te nemen, zoveel lijkt de stem van Derek Taylor af en toe op die van Staley.

En dat vond ik erg fijn, die hele combinatie. Pure metal had zijn tijd gehad en daardoor deed Machine Head me schrikbarend weinig – het eerste echte slachtoffer zoals ik geloof ik in een eerder artikel al had laten vallen. Tijd om door te lopen. En dat gevoel had ik altijd al bij die shredders van Mike Varney. Leuk hoor, wedstrijdjes wie het snelst over de frets kan razen, maar liedjes schrijven of gevoel in het spel was niet belangrijk. Vorm boven inhoud, ik kan er nooit tegen. Wat dat betreft is die hele shredderwereld niet anders dan de notenneukerij van fusion, of zelfs de noise-for-noisesake van freejazz. En toch begint het altijd ergens vanuit een vernieuwer, iemand die daadwerkelijk een nieuwe weg inslaat. Als Miles Davis had vermoed hoeveel aalgladde fusion voort is gekomen uit In A Silent Way en Bitches Brew had hij ze wellicht nooit uitgebracht (the horror! the horror!!!). Ritchie Blackmore (of Paganini, die violist die vele shredders aanhaalden als ultieme inspiratiebron) had nooit kunnen bevroeden dat er wagonladingen technisch geweldig onderlegde gitaristen eind jaren tachtig en begin negentig die kille gevoelloze notenstroom over de wereld uitstortten.

Grunge was al over het echte hoogtepunt heen, maar voor mij was het nog groot genoeg. Redelijk ook wat mindere bands en platen in die stroming. Inhaler van Tad bijvoorbeeld, weliswaar een van de grunge-originelen, heb ik toen gekocht, maar heb ik nu al zeker twaalf jaar niet meer geluisterd wegens saai en nietszeggend. Alice In Chains vond ik wel altijd al geweldig, hoewel ik Dirt tegenwoordig beter vind dan toen (vraag me niet om dat uit te leggen, ik weet het zelf namelijk niet); ik was meer een Soundgarden man. Crimeny was geheel en al geen grunge, maar leek stiekem wel heel erg veel op Alice In Chains. En hoewel die combinatie van shreddersgedoe, laaggestemde gitaren, een lichtelijk proggevoel en dan die klaaglijke Alice In Chainsvocalen op papier vrij vreemd is, is het resultaat helemaal niet vrij vreemd maar juist vrij geniaal.

Peat is een zeer atypische plaat op Shrapnel, want de gitaarpielerij wordt tot het minimum beperkt en de liedjes zijn ook nog eens echte liedjes, met hooks en refreinen en zo. Ik moet ook weer niet overdrijven; er zit ook wel een progkantje aan met de plots opduikende oneven accenten en breaks vol technische fratsen. Maar dit is eigenlijk alleen maar leuk, geen moment wordt het een vulgar display of power, het zijn accenten in avontuurlijke, melodieuze nummers. Zware nummers ook, vol met lage, zware gitaren die zeker bij huidige beluistering wat nu-metalachtig aandoen – toen was het genre nog in de opstartfase – maar dat kan ook door de wat platte productie komen. Nu lijkt het net of de riffs wat weinig melodie hebben, maar het geluid drukt de het soms wat weg. Ook het drumgeluid is even wennen met die scherpe hoge piccolo snare, toms die klinken als roto toms (oké, niet echt, maar dat geluid komt toch het dichtste bij), en een ridebekken dat zo hard mogelijk is vastgedraaid. Geen archetypisch metalgeluid in ieder geval.

Maar zonder twijfel het grootste pluspunt is de stem van Taylor wiens stem zo eng dicht bij Layne Staley ligt dat ik even dacht dat Layne langs was gekomen in de studio. Zelfde geluid, zelfde melodiegevoel, hoogstens wat minder sneer en power (hoewel dat bij Staley ook minder en minder werd toen het drugsgebruik meer en meer werd). Af en toe gaat hij iets de diepte in om bijna bij gruntregionen aan te komen, maar meestal zit hij in het melodieuze midden, vol melancholie en zwaarmoedigheid en natuurlijk de die dubbele zanglijnen. Soms is het een pure Alice/Staley kopie, zoals bij 'Creation' op 3'15" richting het einde – ik zweer het het, blind zou ik het verschil niet horen. En zo zijn er wel meer voorbeelden, 'Why Am I Telling You' bijvoorbeeld, wat een prachtnummer. Feit is dat dit soort zang de muziek totaal uit prog/shredder/nu-metal territorium halen; het geeft een compleet ander beeld en betekenis aan het geheel.

Op het laatst beginnen de nummers iets teveel op elkaar te lijken, maar ik geef de productie de schuld van deze orenschijnlijke eenvormigheid; een Tool- of Alice In Chains-productie was op zijn plek geweest, hoewel dit geluid wel een zekere eigenheid geeft. Voor Crimeny zou het hierbij blijven; een eenmalige uiting van creativiteit op het doorgaans zo behoudende Shrapnellabel. Ze schreeuwen het bijna uit "Zo Kan Het Ook!", maar een zoektocht naar later werk van Derek Taylor geeft dan toch een vrij bedroevend resultaat, met van die gestileerde prog en zonder ook maar enige referentie aan Crimeny, zelfs niet in de zang. Vreemd. Het leek me juist de enige echte kandidaat voor de opvolging van Layne Staley na diens overlijden – krijg je wellicht ook nog fijne gitaarduels met Jerry Cantrell – maar helaas. Maar Peat van Crimeny is en blijft een heerlijk album.

(Bas Ickenroth)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.