50 x 90: 20. Motherhead Bug – Zambodia (1993)

Ik ben nooit helemaal in die New Yorkse noisescene gedoken, maar dingen als Unsane, Cop Shoot Cop, The Jesus Lizard (oké, niet uit New York) en vooral Barkmarket (alsof dat nog niet duidelijk was) vond ik erg boeiend, en vooral ook verhelderend en verfrissend. Dus toen Motherhead Bug een Cop Shoot Cop lid bleek te hebben, én ook nog eens de gitaren compleet links liet liggen was het wel duidelijk. Motherhead Bug was the place to be.


Motherhead-bugLaat ik het maar direct vertellen: Motherhead Bug was eigenlijk een paar stappen te ver voor me. Zo, hebben we dat achter de rug. Niet dat ik toen wilde toegeven, nee: ik moest en zou dat goed vinden. Wellicht dat ik de enige was die zichzelf dit soort dingen aandeed – denk het niet, maar zeker weten doe ik het niet – maar aangezien ik me voor had genomen nogal progressief vooruit te kijken qua muziek, zocht ik de grenzen op van mijn smaak en tolerantie, en dwong ik mezelf dingen te blijven luisteren en ook nog goed te vinden, ook al kon ik feitelijk niet verder komen dan "interessant" en "fascinerend". Was dat dom? Of juist verstandig? Masochistisch? Nu ja, ik had de schijf gekocht, en alleen al uit economisch oogpunt viel ik mijn eigen keuzes niet af. Maar verder denk ik ook dat het mezelf dwingen te luisteren naar muziek die eigenlijk nog buiten bereik was me wel meer en sneller ontvankelijk heeft gemaakt voor grotere stappen voorwaarts die nog zouden volgen. Of wellicht niet direct groter, Motherhead Bug was een voor dat moment te grote stap, maar uiteindelijk ging die ook niet helemaal in de voor mij juiste richting.

Maar Motherhead Bug had dus een Cop Shoot Cop lid stond in de recensie, dus was het wel interessant genoeg om door te lezen. En vervolgens bleek de band nagenoeg gitaarloos te zijn – op een verdwaald akoestisch gitaartje na. Rare band, snel doorlezen. Instrumenten: koperblazers, piano, houtblazers, accordeon, xylofoon en nog veel meer soorten percussie. Leek wel een soort fanfare. Of zo'n theater/Amerikaansefreakshowkermis orkest. Maar gelukkig: ze speelden wel "knoepertharde" muziek, even als hard en agressief als de hardste metal. En die zin trok me definitief over de streep.

Maar dan heb je zo'n schijf, begin je te luisteren, en blijkt het een hoogst vreemd plaatje voor mijn oren. Ik mocht dan lichtelijk opgewonden raken van die beschrijvingen waarin de gitaar vaarwel werd gezegd, ik was daar gewoon nauwelijks klaar voor. Ja, bij Dead Can Dance wel, maar bij hun klassiek, gothic en wereldmuziek hoef je sowieso geen gitaren te verwachten, daar leent de vorm zich niet voor. Bij Motherhead Bug was dat wel het geval; zet er overstuurde gitaren onder en je krijgt eigenzinnige vorm van noiserock, die wellicht zelfs wat industrieel over zou komen. Maar nee, dat fanfaregedoe plus theaterachtige (Kurt Weill werd gefluisterd, maar wist ik veel wie die man was) melodieën die soms ook wel van de Balkan deze kant op kwamen zweven (dat herkende ik dan weer wel) was pittige kost. Niet licht verteerbaar.

Uiteraard heb ik wel doorgezet, en ik ben Zambodia langzaam maar zeker meer gaan waarderen. Waarderen, dat is niet houden van. Er is altijd enige distantie gebleven. Behalve bij het fabelachtig spannende titelnummer – wat een dreiging, wat een opbouw, beeldend "er gaat iets belangwekkends gebeuren en of we er blij mee zijn is nog maar de vraag maar het is onvermijdelijk", geweldige trompet die nog even hoopvol klikt, en dan lijkt er een uitbarsting te komen, maar die komt nooit. Hoort thuis in de eregalerij der Grote Liederen. Dat is echt Houden Van geworden, met kapitalen. Helaas bij de rest niet, de waardering is er zeker maar het appelleert nergens echt aan mijn hart. Te theatraal, te aards ook vooral. Teveel een volksmuziek – als in folk – gevoel, en daar kan ik weinig mee. Dat heb ik ook bij Tom Waits, Nick Cave, De Kift; wel heel goed vinden, maar niet volledig aansluiten bij mijn smaak. Eigenlijk is het meer Martijn ter Haar muziek, dit Motherhead Bug, want hij houdt wel erg van die bovengenoemde namen (Tom Waits weet ik niet zeker).

Goed, de kwestie Motherhead Bug is dus besproken. Voor mij was duidelijk dat ik wel vooruit kan willen, maar dat de stappen niet te groot zouden moeten zijn. Bovendien, muziek a la Motherhead Bug was het dus niet – één cd was voldoende om dat te weten. Maar waar dan naartoe? Gelukkig dat er genoeg inventieve gitaarbands bleken te zijn, dus niet getreurd. Maar dit allemaal brengt me wel in een (nog) beschouwende(re) stemming. Ik ga even medesubjectivisten Martijn ter Haar en Thijs Gouwerok erin betrekken, want ongeveer even oud en van oorsprong ook metalheads. En zo rond 1990 hielden we ook van dezelfde muziek, dezelfde albums. Natuurlijk generaliseer ik hier enorm, maar de overeenkomsten zijn groot. Maar op welk punt verandert het dan? En waarom? Waarom heb ik mezelf soms gedwongen om moeilijk te doen, en heeft Thijs uit volle overtuiging voor pop gekozen? Is het wel kiezen? Of kiest de muziek jou uit? ik kan uiteraard niet voor mijn medesubs spreken, maar ook wat betreft mezelf kan ik er nauwelijks een adequaat antwoord op geven. Waarschijnlijk is er ook geen eenduidig antwoord te geven. Maar ik blijf nog even zoeken. Misschien dat ik voor mezelf wel tot een geloofwaardige hypothese kan komen.

(Bas Ickenroth)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.