100/00 Hoofdstuk 5

En we zijn alweer op de helft. Zoveel moois en nog 50 platen te gaan.

Last Exit

Junior Boys – Last Exit (2004)

“Last Exit zal nooit hits afleveren ondanks de vraag die je jezelf steeds stelt tijdens beluistering: “dit zou toch in een normale wereld top-10 materiaal moeten zijn?” Dat het niet zal gebeuren heeft niets met melodieën of songstructuren te maken maar met ruimtelijkheid. Junior Boys klinkt net als Luomo of St. Etienne bijna als pure pop, en toch op een verscholen, haast onderbewust, niveau niet. De ruimte in Last Exit is onverenigbaar met de continue mix van muziek op radio en televisie die vooral gekarakteriseerd wordt door een platte mix, bij voorkeur opgevuld met details, muziek als totale zekerheid, een onontkoombare vuist van geluid. Met ruimte scheppen Junior Boys een opening, roepen ze allereerst gevoelens van twijfel en vertwijfeling op. Maar dan gaan ze verder, zoals in de beste electronica, opent het aan de marge van de muziek een ruimte naar een licht, zomers, gevangen in continuüm van ochtendgloren en schemering. Geen “echt” licht natuurlijk, dit is het tijdloze licht van herinneringen…nostalgie… dromen.”

Tijdloos is een vaak misbruikt rockistische kwalificatie maar toch is het een term die bij beluistering van Junior Boys door mijn hoofd blijft spoken, niet zozeer als “zo goed dat het eeuwige waarden uitdraagt zoals ‘Yellow Submarine’” maar meer een gevoel dat de muziek uit de tijd is gevallen, zelfs binnen nummers lijkt de muziek een continue flikkering van genres en tijden te bewerkstelligen waarop je als luisteraar geen grip op kan krijgen en tegelijkertijd een vreemde euforie veroorzaakt. Het is geen plaat die nostalgische gevoelens naar 2004 oproept, Last Exit klinkt altijd nieuw.

Transitions

Richie Hawtin – DE:9 Transistions (2005)

Wonderschone, “onmogelijke mix”, als een monnik uit honderden platen gedestilleerd en opnieuw in elkaar gezet. De Sixtijnse Kapel van minimal. Over deze plaat schreef ik ooit op de site:

Transitions is zowel een gerichte duw van technische vernieuwing als een persoonlijk concept. Ben ik niets anders dan de muziek die ik luister? Wordt mijn zelf opgebouwd uit de platen die ik draai? (zo suggereert de hoes waarop Hawtins gezicht uit de voor de mix gebruikte titels en namen ontstaat.) Wat zijn overgangen in het leven? Hier, autobiografisch, Hawtins verplaatsing van Canada naar Berlijn, zijn uiterlijke overgang van technokaalkop naar Bowie-circa-Low-lok (zo te zien op de video-opname verantwoordelijk voor een nieuwe zenuwtik: eerst lok uit de ogen vegen, dan plaat verleggen.) Vreemd genoeg is het misschien de eenvoudigste overgang die het sterkste effect sorteert, de mix signeert en de kracht van recontexualisering door de DJ laat zien. Zijn eigen ‘I don’t know’ gaat aan het einde van de mix een relatie aan met de acapella van Underground Resistance’s ‘Transition’, maar waar het origineel van de laatste een aanzet was tot een gevoel van trots en zelfoverwinning krijgen de woorden nu iets zwaarmoedigs. Het futurisme van Hawtin is niet bevrijdend maar melancholisch. In de toekomst zal de toekomst nog een keer moeten worden uitgevonden…en nog een keer…nog een keer.”

Autechre


Autechre – Confield (2001)

Confield. Na al die jaren nog steeds een mysterieus land waarvan de landkaart onbetrouwbaar lijkt omdat het landschap elke keer wanneer je het bezoekt pardoes blijkt te zijn veranderd. Ik blijf het een breuk vinden met wat er aan voorafging en wat er aan voorafging, zeker tot Chiastic Slide, doet me meer, maar toch is Confield een fascinerend artefact. Mic B gaf ooit op het forum een aanwijzing om Confield te plaatsen, die ik zelf natuurlijk had moeten verzinnen: dub. Hij noemde ook industrial en zo krijg je inderdaad iets als machinedub. In dezelfde draad kwam ik zelf op de proppen met: “ook al klinkt het af en toe of iemand een blokkendoos in je hoofd omkiepert en die blokken gaan daarna nog eens onderling over Derrida discussiëren.” Heb hem nog eens beluisterd voor de lijst en weer trap ik erin, denk ik dat het met de Aphexachtige opener ‘VI Scose Poise’ wel meevalt en binnen drie tracks wordt het tapijt weer ongenadig onder je weggetrokken.

Joris voorn


Joris Voorn – Balance 014 (2009)

Joris Voorn is eigenlijk de enige die de uitdaging (en mogelijkheden) van Hawtins Transistions echt aandurft en er toch iets heel eigens van maakt. Eerder dit jaar schreef ik:

 “Balance 014 is in navolging van zijn magistrale Resident Advisor mix uit 2006 een overkoepelend emotioneel statement zonder dat Voorn het verder uitspelt. Een Borgesiaanse Aleph, een-blik-op-alles: steden, tekenfilms, gefrustreerde revoluties, liefde, sterrenregens, seizoenen die voorbijtrekken, wedergeboorten en Spinvis komt op het laatst ook nog langsfietsen.”

Avalanches

The Avalanches – Since I Left You (2001)

Avalanches, what happened? Was ik ze toch bijna vergeten te noemen (cd staat ook op de hoogste plank te verkleuren.) Snel opgezet en blijkt nog steeds fantastisch. Behalve het titelnummer met dat stemmetje dat ik altijd skip (gelukkig begint de cd ermee.) Verschrikkelijk. Daarna volgt een schoolvoorbeeld van opbouw en waarschijnlijk (hopelijk niet) een laatste meesterwerk van sampledelia (denk Paul’s Boutique, Endtroducing, It Takes A Nation…) Man oh man, wat gaat dat laatste kwartier toch heerlijk los met die Boney M sample en welhaast Millsiaanse beuk.

M.A.N.D.Y. - Body language vol.1

M.A.N.D.Y. – Body Language Vol.1 (2005)

Destijds had ik het er al met iemand over dat wanneer we terugkijken naar 2005 Body Language een periode zal samenvatten. In genrepraat is dit het vruchtbare moment tussen genres (hier…jawel…Vet Geluid en minimal) waarin ideeën over en weer bewegen. Het is niet bijster spectaculair gemixt maar het gaat om de tracks, het…eh…totaalplaatje : Lindstrøms nooit meer geëvenaarde ‘I Feel Space’, de Holden remix van ‘Safari’, Luciano’s ‘Octogonal’, Tiefschwarzs ‘Issst’, Booka Shade’s ‘Mandarine Girl’, et
c, etc. Het muzikale equivalent van uit een helikopter over de stad met briefjes van 500 strooien.

Monade

Monade – Socialisme ou barbarie (2003)

Stereolab, zo groots in de jaren negentig (vooral dat cruciale moment tussen Transient Random-Noise Bursts With Announcements en Mars Audiac Quintet) zo weinig verheffend in de 00’s. Een alternatief vormde het soloproject van Laetitia Sadier (tenminste het debuut, het vervolg was niet om aan te horen.) Sadier neemt afstand van de dreinende uptempo nummers en zoekt haar heil meer in de belofte die ‘Des Étoiles Électroniques’ ooit inhield. Goed, niets op dit album is zó mooi maar dat is ook een vrijwel onmogelijke opgave. Wel een verzameling ingetogen liedjes met een subtiel samenspel van “organisch” en electronica. En niet onbelangrijk gezongen in het Frans.

Humanafterall

 

Daft Punk – Alive 2007 (2007)/Human After All (2005)

Human After All was zonder meer de slechtst begrepen plaat van het decennium. Waar we hier mee te maken hadden was een plaat die een aantal werelden bijeenbracht die voorheen compleet van elkaar waren geïsoleerd. Kraftwerk circa Radioactivity en Black Sabbath circa Paranoid samengesmolten met behulp van conceptuele kunst. Men was niet geamuseerd. Twee jaar later moesten dezelfde klaagneuzen die huilden over een wanproduct diep door het slijk toen bleek dat les robots de tracks van Human After All live moeiteloos door de rest van hun oeuvre konden mashen. Alive 2007 documenteert de Wraak van Human After All inclusief de absoluut essentiële toegift: waar Bangalters ‘Together’ plotseling plaatsmaakt voor de baslijn van ‘Music Sounds Better With You’ (de zaal ontploft) en dan nog even ‘One More Time’ er overheen gaat. Terwijl ik het opschrijf krijg ik er nog kippenvel van.

The field

The Field – Yesterday and Today (2009)

From Here We Go Sublime (2007) was een van die albums die uit het niets een crossover maakte naar een luisterpubliek dat normaal niet de hele tijd naar dansmuziek luistert. Niet geheel onterecht, Alex Willner heeft een hele eigen manier om zijn techno te bouwen, vrijwel meteen te herkennen aan de manier waarop hij zijn stemsamples laat stotteren, vervolgens een hele lange tijd laat loopen en dan, wanneer een irritatiegrens wordt benaderd, loslaat. Maar persoonlijk vind ik zijn dit jaar verschenen opvolger beter. Minder tracks maar wel allemaal van hoge kwaliteit met ‘Leave It’ in het midden als absoluut hoogtepunt. Dit keer is het niet de sample die het nummer draagt maar een waanzinnig goede baslijn (her en der heb ik gezegd “de beste baslijn in jaren” en achter dat statement sta ik nog steeds.)

Francesco-tristano-auricle

Francesco Tristano – Auricle/ Bio/ On (2008)

Pianist Francesco Tristano maakte met een interpretatie van ‘Strings of Life’ in 2006 zijn debuut. Dat was op zich toen al niet meer een origineel idee. Met zijn tweede langspeler (eerst verschenen op doorschijnend vinyl) zit het met de originaliteit wel snor. Twee lange tracks met wonderschone dubtechno die heel langzaam verandert. Dubmeister Von Oswald nam de mix-honneurs waar en geeft het geheel toch weer een even onmiskenbare als magische diepte. Jolige pianohouse is het zeker niet.

door OMC

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.