De honderd beste/leukste platen van de afgelopen tien jaar? Geen probleem, een mooi soort afscheidstournee waar ik mezelf af en toe kan samplen. Elke week tot mid-december een hoofdstuk met tien albums (geeft me nog de kans om een laatste (paniek) toevoeging te doen, check dat album van Etienne Jaumet!), in willekeurige volgorde want honderd albums in de “juiste” volgorde zetten slaat nergens op, hoe dichter je bij de top komt hoe groter de opstopping en de daaruit volgende hoofdbrekens. Het laatste hoofdstuk wordt dan weer wel een top-10 (die kan mooi gerecycled worden.) Verder geen meta-analyses, “niks intro, shit begint als het begint.”
The Dandy Warhols – Thirteen Tales from Urban Bohemia (2000)
Ja, de Dandy Warhols, geef aan Caesar wat aan Caesar toekomt. Wanneer we over veertig jaar ‘Bohemian Like You’ horen denken we dan aan specifieke, persoonlijke herinneringen uit het begin van de 21ste eeuw of krijgen we een onbestemd gevoel, een soort waas van de tig, lang vergeten reclames waarin de ‘Brown Sugar’ riff (volgens Courtney Dingetje-Dangetje zeer belangrijk: gereflecteerd via Kiss) de hoofdrol speelde? Wel grappig dat het nummer niet ontzettend gefrontload is maar ergens na het midden verschijnt wanneer je als luisteraar allang bent meegezogen in het wereldbeeld dat steeds schakelt tussen coole euforie en…coole neerslachtigheid. Gebouwd om populair te zijn en dat ook gewoon voor elkaar krijgt.
Lawrence – The Absence of Blight (2003)
Inmiddels is Lawrence een gevestigde naam geworden in techno terwijl hij stilistisch lijkt te zijn vastgelopen waardoor het steeds moeilijker wordt om voor te stellen/herinneren hoe mysterieus en spannend zijn eerste levenstekenen waren. The Absence of Blight, het tweede album van Lawrence, was iets strenger en stijlvaster dan het debuut (komt nog langs.) De titel van ‘Winter Green’ (een van de beste technotracks van het decennium) vat het samen: typische winterplaat, ijl en melancholisch, techno die zich richt op tijdloosheid.
Björk – Vespertine (2001)
Eerste album uit la vendange 2001(om even met een wijnterm te strooien.) Niet mijn favoriete Björk (dat blijft Debut, op sommige dagen Homogenic) maar goed genoeg en waarschijnlijk de meest eenduidige van haar albums. Een nieuw soort kerstplaat eigenlijk. Beats als knisperende schoenzolen in verse sneeuw. Duisternis, kaarsen, koortjes, eenzaamheid, verlangen.
Joanna Newsom – The Milk-Eyed Mender (2004)
Newsom klinkt als een vriendelijk gebocheld kruidenvrouwtje dat in het bos zingt terwijl ze bessen zoekt. Is ze in werkelijkheid natuurlijk niet, want fameuze hippieprinses met harp. Maar toch, bij vlagen klinkt The Milk-Eyed Mender oud en uniek, een soort verloren gewaand artefact uit de 19e eeuw.
Kate Bush – Aerial (2005)
Dé comeback van het decennium? Zou best wel eens kunnen. Was in ieder geval de laatste keer ooit dat ik in een platenzaak in de rij stond met alleen maar mensen die dezelfde cd wilden kopen. Twee cd’s. Eerste cd is een verzameling melancholische Kate Bush liedjes waar men als fan al tevreden mee zou kunnen zijn. Maar het is de tweede cd A Sky of Honey die ik veel meer opzet. In ware progstijl, en Bush was natuurlijk altijd de progkoningin, een doorlopende cyclus vol grote gebaren over architecten en schilders, zonsondergangen en oceanen Prachtige opbouw met af en toe werkelijk extatische momenten, inclusief briljante flamenco light (‘Sunset’ ) en het nazingen van vogels. Het beste wat ze heeft gedaan sinds kant B van Hounds of Love.
Donna Regina – Northern Classic (2002)
Weet niet of het nog bestaat, maar Thomas Fehlmann en Gudrun “ultieme radiostem” Gut presenteerde begin jaren ’00 een radioshow Ocean Club waar je de heerlijkste Toekomstige Geluiden uit Berlijn kon oppikken. Daar hoorde ik voor het eerst Donna Regina’s ‘Northern Classic’, wat totaal anders klonk dan wat het omringde. Droompop, liefelijk, vrouwelijk. Blinde aanschaf dat album en er staan wel wat meer juweeltjes op al blijft de titelsong ongeëvenaard. Pracht hoes ook.
The Streets – Original Pirate Material (2002)
Na het tweede album is Skinner totaal van mijn radar verdwenen maar zijn debuut hoort onmiskenbaar in de lijst. Probleem met deze plaat is altijd geweest dat het begin te sterk is, dat moment in ‘Turn The Page’ van “I'm 45th generation Roman”, zo’n fijn moment van druggy bewustwording, half onzin, half waar; de existentiële wroegingen van de raver in ‘Has It Come To This?’ en de avant-gardistische geezer bluf van ‘Let’s Push Things Forward’. De rest is vermakelijk maar kan er niet aan tippen.
Jan Jelinek Avec The Exposures – La Nouvelle Pauvreté (2003)
Eerste van twee Jelinek albums in de lijst. Bizar mooie en onderschatte plaat. Jelinek fantaseert een band en maakt er een electronica plaat mee waarop elk nummer anders is, kleine routes naar de toekomst, de meeste nog niet verder verkent. Helaas. ‘A Waste Land’, zo mooi, een spookachtige doo-woop die na jaren vergeten ergens in een sampler lijkt te zijn gevonden.
Vitalic – OK Cowboy (2005)
Ik was bij het verschijnen een beetje teleurgesteld in OK Cowboy. Had de jaren daarvoor teveel livesets van de man geconsumeerd om nog erg enthousiast te worden van een halve compilatie knallers met inferieur nieuw werk als 'My Friend Cvitanich'. Maar laten we wel wezen ‘La Rock’ staat er op, een van de definitieve technotracks. En ‘Pony part 1 & 2’ zijn ook wonderschoon. De rest is wel aardig maar nooit van hetzelfde niveau. Een soort souvenir dat herinnert aan de eerste keer dat ik ‘La Rock’ live onderging en de hele Oude Zaal van De Melkweg zonder uitzondering uit zijn plaat ging.
Pluramon – “Dreams Top Rock” (2003)
Van de neoshoegazers die de afgelopen tien jaar als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten degene die het beste het heiligegeile gitaargeluid van MBV benadert. Slimme zet ook om Julee Cruise te vragen om mee te zingen. Haar kinderlijk hoge stem past perfect in deze stuwende digi-gitaarnoise.
door OMC