Kijk, waar iedereen nou wél op mag schieten, zijn onze in vrijheid geschreven meningen uit onze lijstjes in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Corpo-Mente, Death And Vanilla, Distel, Föllakzoid, Heed The Thunder, Lerin / Hystad, Manyfingers, Metz, Nosaj Thing, Other Lives, Rose Windows, Satellite Jockey, Smalts, Smile Down Upon Us, Invunche, Kees Peerdeman en Tijger Salto.
Jan Willem
Corpo-Mente – Corpo-Mente (cd, Blood Music)
Het langverwachte, gelijknamige debuut van Corpo-Mente is eindelijk een feit! Dit is het project van Gautier Serre (Igorrr, ex-Whourkr) en zangeres Laure Le Prunenec (Öxxö Xööx, Rïcïnn, Igorrr). In tegenstelling tot Serre’s project Igorrr pakken ze het hier rustiger aan. Wat blijft zijn de licht bevreemdende stukken vol Barok-core al dan niet met metal, zij het dat ze die hier vooral aanlengen met experimentele opera, gothic en trip hop elementen. Laure zorgt voor de waanzinnige zang. Ze heeft niet alleen een enorm bereik, maar kan bij vlagen ook vreselijk hard en dreigend zingen; om steil van achterover te slaan. Serre lijst dat alles met gitaar en elektronica op zijn eigengereide wijze schitterend in. Soms koerst dat ook behoorlijk de kitschkant op, maar dan van het juiste soort. Hij krijgt van leden van onder meer Pryapisme rugdekking op gitaar, strijkinstrumenten en eenmaal de accordeon. Het is weer een heen en weer gaan van kippenvel, adrenaline opwekkende stukken en gewoonweg ultiem genot. Rare jongens die Fransen, maar wel verdomde geniaal!
Death And Vanilla – To Where The Wild Things Are… (cd, Fire/ Konkurrent)
De jaren 70 sound is weer helemaal terug in het hedendaagse muzikale landschap. Helaas vallen veel bands/artiesten in herhaling, wat wellicht niet erg is als je de bands van weleer niet kent. Indien je die muziek wel kent, leidt dat, zoals bij mij, toch tot irritatie. Gelukkig zijn er ook groepen die vintage sounds in een hedendaags en origineel jasje weten te steken. Dat geldt zeker voor het Zweedse Death And Vanilla, die met hun stijf uitverkochte gelijknamige debuut uit 2012 zelfs een cultstatus weten te verwerven. De groep rond Marleen Nilsson en Anders Hansson zet graag instrumenten van weleer als vibrafoon, mellotron, orgel en tremolo gitaar in om die sfeer van toen te doen herleven. Dat overigens zonder een totaal gedateerd geluid aan de dag te willen leggen, maar veeleer om een mysterieuze sound te creëren. Datzelfde doen ze nu weer op To Where The Wild Things Are…. Ze grijpen op nostalgische wijze in de ballenbak van de jaren 60 en 70, maar delen eerder het warme, ondoorgrondelijke bubbelbad met bands als Broadcast, Mazzy Star, Mushy, Pram, Stereolab, Donna Regina en Misophone. De zalvende zang van Nilsson gedijt geweldig in de tot de verbeelding sprekende, tijdloze omlijsting van krautrock, shoegaze, droompop en indiefolk. Mystieke geluiden uit het verleden die op een moderne en dromerige wijze worden benaderd. Thuiskomen in een prachtig nieuwe omgeving.
Distel – puur (cd, Ant-Zen)
In 2013 heb ik dit album puur van het Nijmeegse duo æter (zang, keyboards) en scramasax (drums), ofwel Distel, ook al besproken. Dat album verschijnt dan als lp met een 7” op het geweldige Enfant Terrible. Hun duistere mix van industrial, avant-garde, elektro, glitch, synthpop, angstpop en wave is van een intrigerende schoonheid. Ik zal niet helemaal in herhaling vallen, lees daarvoor gerust de recensie, maar ik heb als volgt afgesloten: “Behalve dat dit natuurlijk ook een volwaardige cd release verdient, kan ik geen negatief punt bedenken. Het is puur genieten van deze intrigerende, unieke en dikwijls bloedstollende dark beauty. Meesterlijk!” Welnu, het album is inclusief de extra 7” ook op cd uitgebracht door Ant-Zen. Heerlijk bijna 50 minuten zonder om te draaien genieten geblazen!
Föllakzoid – III (cd, Sacred Bones/ Konkurrent)
Het Chileense trio Domingo García-Huidobro (gitaar, glitch loops), Juan Pablo Rodríguez(bas, zang) en Diego Lorca (drums, percussie) is beter bekend onder de naam Föllakzoid, waarmee ze sinds 2009 twee releases hebben uitgebracht. De eerste met 6 en de tweede met 5 lange tracks. Ze nemen de tijd voor hun sterk door de Duitse krautrock beïnvloedde muziek. Dat lengen ze altijd wel aan met stoner, psychedelica en spacerock. De uitwerking is onverminderd verslavend. Op III, waar ze uiteraard nog maar 4 tracks presenteren, is dat niet anders. Vier langgerekte tracks van tussen de 9 en 13 minuten, waarmee ze je binnen mum van tijd in een soort trance weten te brengen. Het is een heerlijk biologerende mix van krautrock, spacerock en psychedelische elementen vol vette riffs en een meeslepende morotik. De productie is ook in goede handen van Uwe Schmidt (Atom™). Ze halen hiermee het beste van Spacemen 3, Neu!, Kraftwerk, LCD Soundsystem, Sonic Youth, Kyuss en Can naar boven, maar dan wel overgoten met hun unieke narcotiserende Chilisaus. Verslavend goed(je)!
Heed The Thunder – Cokaigne (cd, Heed The Thunder)
Uit de nog dampende as van het psychedelische folkrock combo Sproatly Smith ontstaat het Britse Heed The Thunder. Ze laten menig digitale release het licht zien, met name omdat het geld ontbreekt voor een cd uitgave. In 2012 brengen ze op hun huislabel Reverb Worship al wel de fraaie cd All Those Black Years uit. De harde kern, bestaande uit Alex Gordon (akoestische gitaar, zang, trompet, piano, vleugelhoorn), Kate Gathercole (zang, banjo, accordeon) en Mark Waters (contrabas, zang), komt nu samen met wat gasten op e-bow, distortion, drums, handgeklap, bellen en shakers weer met de nieuwe cd Cokaigne. Ze brengen acht nummers, die na ruim 35 minuten finishen. Het is een stemmige mix van folk, psychedelica, altcountry, indie-pop en singer-songwritermuziek geworden die ergens uitkomt tussen Sodastream, Alasdair Roberts, Espers, Neil Young, Bert Jansch, Sproatly Smith en vroege R.E.M.. De natte droom van Mumford & Sons of beter gezegd, de ideale bezinnende folkplaat voor de avontuurlijke luisteraar. Een breekbaar, melancholisch prachtalbum.
Lerin / Hystad – Amaterasu (cd, Extemporaneous Recordings)
Lerin / Hystad bestaat uit de Zweedse muzikant Simon Torsell Lerin (gitaar, synthesizers, percussie, samples, sequensen) en de Noorse muzikant/kunstenares Bettina Hvidevold Hystad (synthesizers, percussie, elektronica, noises). Lerin heeft onder meer geïmproviseerd en opgetreden met Damo Suzuki, Omar Rodriguez Lopez, Keiji Haino, Soil en Pimp Sessions. Ze werken al sinds 2010 samen en houden er ook het eigen Extemporaneous Recordings label op na. Voor hun debuut Mount Buzhou van vorig jaar gebruiken ze als basis vooral samples die ze hebben opgenomen tijdens hun reis door China. Hierop bouwen ze hun eigenzinnige creaties die bestaan uit wisselende combinaties van ambientsoundscapes, postrock, drones, prog rock, shoegaze, jazz en elektronische muziek. Dat pakt bijzonder uit, omdat de Chinese elementen zorgen voor een mystieke sfeer en hun eigen inbreng daarbij behoorlijk down-to-earth en duister is. Het wordt in elk geval een biologerend meesterwerk. Voor hun tweede album Amaterasu brengen ze gewoon weer iets vergelijkbaars, zij het dat de veldopnames/samples nu vanuit Japan komen. Het blijft een fraai gegeven hoe ze van daaruit hun composities samenstellen, die weer net zo ongrijpbaar en mysterieus als gevarieerd zijn. De ene keer zijn het abstracte collages van geluid, terwijl ze op andere momenten weer die kruisbestuiving van meer toegankelijkere stijlen serveren. Het is al met al een intrigerend luisteravontuur geworden waarbij je heen en weer geslingerd wordt tussen Peril, The Necks, Robert Wyatt, King Crimson, Set Fire To Flames, Crippled Black Phoenix, Faust, Can, Explosions In The Sky, Anoice en Gargle. De hoofdmoot leunt wellicht tegen de post-rock aan, maar ze grijpen breder om zich heen en weten een nieuwe impuls te geven aan de genres waar ze de grenzen van tarten. Dat is ook precies waarom hun muziek zo uniek en overdonderend is. De tweede horde nemen ze feilloos en met glans.
Manyfingers The Spectacular Nowhere (cd, Ici D’Ailleurs/ Mind Travels Serie)
De Britse muzikant Chris Cole deelt ooit met zijn goede vriend Matt Elliott de band Movietone en diens andere projecten, maar gooit solo pas echt hoge ogen met Manyfingers. Hiermee maakt hij in 2004 en 2005 twee prachtige albums vol neoklassiek getinte folk en leftfield muziek. Dan wordt het heel lang stil. In 2012 verschijnt er wel een split 12” met Matt Elliott en het debuut van de supergroep Numbers Not Names, waarmee hij de hip hop en rockkant opgaat. Tien jaar later is eindelijk zijn derde album The Spectacular Nowhere een feit, die in de Mind Travels serie (Geins’t Naït + Laurent Petitgand, Aidan Baker, Stefan Wesolowski) van het prestigieuze Ici D’Ailleurs label is verschenen. Zoals altijd brengt Cole de arrangementen met onder meer elektronica, samples en zang, waarbij de gasten zorg dragen voor de cello, bas, viool (van Chapelier Fou’s Louis Warynski) en overige zang. Voor dat laatst genoemde mag Cole rekenen op vaste zangeres Ida Alfstad en tevens David Callahan (Moonshake, The Wolfhounds). Het resultaat is een rijk gedetailleerd, emotioneel geladen amalgaam van avant-garde, klassiek, minimal music, leftfield, folktronica, post-rock, hip hop en jazz. Cole weet dat tot een prachtig consistent geheel te smeden dat op caleidoscopische wijze associaties oproept met Hood, The Third Eye Foundation/Matt Elliott, Philip Glass, Steve Reich, Get Well Soon, Beirut en This Immortal Coil. Een totaal overrompelende, spectaculaire beauty!
Metz – II (cd, Sub Pop/ Konkurrent)
Het Canadese powertrio Metz weet me met hun gelijknamige debuut in 2012 genadeloos te vloeren. Ze brengen in 11 songs en krap 30 minuten crimineel goede, pretentieloze noiserock, die er niet om liegt. De verantwoordelijke zijn de gitaarspelende schreeuwlelijk Alex Edkins, bassist Chris Slorach en drummer Hayden Menzies (The Grey, Three Penny Opera). Drie jaar later is hun tweede werk II een feit, waarop ditmaal 10 nummers die wederom net onder de 30 minuten finishen, zoals het heurt! Gelukkig hebben ze weinig aan hun receptuur veranderd. Nog altijd brengen ze puntige en bovenal venijnige gitaarpartijen, pakkende bulderzang, pompend baswerk en heerlijk opzwepende, beukende percussie. Het is geen muziek om bij na te denken, maar simpelweg van te genieten. Niet dat je een keuze hebt, want de drie nemen je direct in de houdgreep. Ik kan zeggen dat ze een molotovcocktail van Sonic Youth, Unsane, Godheadsilo, Crain, The Cramps, Karate, The Jesus Lizard, Brutal Juice, Minor Threat, Warsaw en Mudhoney hebben gefabriceerd, maar eenmaal ingestapt in hun luidruchtige achtbaan denk je nergens meer aan. Gaan, gaan, gaan. Lekker! Geweldenaars!
Nosaj Thing – Fated (cd, Innovative Leisure/ Bertus)
Na een goed avondje stappen spreek je de naam Jason Chung vanzelf wel uit als Nosaj Thing. Die naam past dan ook goed bij het nachtelijke project van deze DJ, muzikant en producer uit Los Angeles, die al sinds 2004 aan de weg timmert. Sinds zijn sublieme debuut Drift uit 2009 drukt hij zijn eigenzinnige stempel met een broeierige mix van glitch, ambient, IDM, minimal techno, hip hop en experimentele muziek. Met name uit de hip hop haalt hij zijn inspiratie. Ook op zijn album Home uit 2013 onderstreept zijn kwaliteiten. Hij heeft bepaald niet stil gestaan en lardeert zijn fraaie geluid daar met zacht pulserende beats, dubstep en zelfs breakbeats. Tevens voegt hij er vele etherische stemsamples en zang van onder meer Kazu Makino (Blonde Redhead) aan toe, die zijn sound een mysterieus karakter geven. Dat alles bundelt hij nu op nog smakelijker wijze op zijn derde werk Fated. Dezelfde lekkere ingrediënten als voorheen, maar met iets meer nadruk op de dubsteb, soul en hip hop. Hij giet dat overigens uit in een etherische mal, waardoor zijn mysterieuze sound overeind blijft. Tevens maakt hij in twee tracks gebruik van de diensten van rappers Whoarei en Chance The Rapper. Voor de rest is het gewoon weer een geniale, nachtelijke mix van The Weeknd, Boards of Canada, DJ Shadow, The Field, Burial, Aphex Twin enJames Blake geworden. Hij is net als Prince briljant, maar put uit genres die ik liever hoor. Geweldige derde zet van deze alsmaar groeiende diamant.
Other Lives – Rituals (cd, Tbd/ PIAS)
Is het echt alweer vier jaar geleden dat Other Lives hun geweldige tweede album Tamer Animals het licht lieten zien? Kennelijk. De cd die in mijn jaarlijst op nummer 3 eindigt in 2011 zit nog altijd vers in mijn geheugen. Het toenmalige kwintet is op hun derde worp Rituals gereduceerd tot het trio Jesse Tabish (zang, piano, gitaar, bas, percussie, draailier, vibrafoon, marimba), Jonathon Mooney (drums, viool, trompet, Franse hoorn, gitaar, vibrafoon, marimba, duimpiano (mbira)) en John Onstott (bas, piano, percussie, achtergrondzang). Wel krijgen ze hulp van maar liefst 12 muzikanten op viool, drums (Joey Waronker), zang, klarinet, vleugelhoorn, trompet, cello, Franse hoorn, fagot, contrabas en saxofoon. Je verwacht met deze inbreng een net zo uitbundig album als de voorganger, maar het pakt allemaal behoorlijk ingetogen en melancholisch uit. Op stemmige wijze komen ze met hun bijzondere indiefolk ergens tussen Radiohead, Lost In The Trees, Bodies Of Water, Tu Fawning, Spoonfed Hybrid, Efterklang en Dark Dark Dark uit. Hiermee is ook hun derde album één van een uitzonderlijke pracht geworden, zij het dat deze wat meer tijd zal kosten om helemaal onder de huid te kruipen. Other Lives blijft sowieso een te gekke en unieke band.
Rose Windows – Rose Windows (cd, Sub Pop/ Konkurrent)
Twee jaar geleden komt het Amerikaanse Rose Windows met hun geestverruimende en bovenal fantastische debuut The Sun Dogs. Ze omschrijven zichzelf als “hard hitting hippies”, maar ze weten, zij het op psychedelische wijze, toch aardig te rocken. De groep rond gitarist Chris Cheveyo wil vooral een “vrij geluid” laten horen. Samen met Rabia Shabeen Qazi (zang), Richie Rekow (gitaar, zang), Nils Petersen (bas, keyboards, zang), Pat Schowe (drums) en Veronica Dye (fluit) gaat hij ook het tweede avontuur aan op hun gelijknamige en naar het schijnt laatste album, dat wederom geproduceerd is door Randall Dunn (Cave Singers, Earth, Akron/Family, Sun City Girls, Wolves In The Throne Room, Boris, Oren Ambarchi, Secret Chiefs 3). Hierop grabbelen ze net als op hun debuut in de muzikale ton van het verleden, maar geven er wel een eigentijdse draai aan. Kijk dus niet vreemd op als ze hun hippieachtige muziek opwaarderen met progrock, psychedelische folk, avant-garde en singer-songwritermuziek. Een vintage gevoel in een nieuw jasje. Daarbij houden ze het midden tussen The Mars Volta, Led Zeppelin, Unknown Mortal Orchestra, Earth en Espers, met dien verstande dat ze op melancholische wijze wel de meer hallucinerende kant van de muziek opzoeken. Bezinnende en geestverruimende pracht!
Satellite Jockey – Falling (cd-r, Another Record)
Satellite Jockey is een zestal uit Lyon, bestaande uit Pauline Le Caignec, Remi Richarme, Florian Adrien, Antoine Nouel, Clement Sbaffe en Thibault Le Henaff. Inmiddels hebben ze al twee albums en een mini uitgebracht. Ze brengen doorgaans een verfrissende mix van alternatieve, indie, psychedelische en spacerock, aangedikt met droompop, shoegaze, dark ambient en krautrock. Hun nieuwste schijf Falling is op een zwarte cd-r uitgebracht (tevens digitaal en op vinyl), type imitatie lp, zoals het fijne Franse label Another Record hun releases wel vaker uitbrengt. De groep laat hierop hun meest consistente geluid tot nu toe horen, al laveren ze nog altijd tussen de diverse genres door en brengen ze afwisselend mannelijke en vrouwelijke zang. Heerlijk ontwapende indie-rock met vele dromerige en psychedelische elementen, die soms heel luchtig en op andere momenten behoorlijk duister voor de dag kan komen. Ter referentie moet je het ergens tussen Other Lives, Stereolab, MGMT, Spiritualized, Slowdive, Jesus & Mary Chain en Lush zoeken. Om als een blok voor te vallen.
Smalts – In C (cd, Blowpipe)
Er zijn van die artiesten die bewust of onbewust een duidelijk statement maken tegen de gevestigde muziek. Dat zijn bijvoorbeeld John Cage, Giacinto Scelso, maar ook minimal componist als Terry Riley. Zijn werk In C (1964) is misschien wel het allerbekendste minimal werk uit de jaren 60, dat de toon heeft gezet voor vele minimale componisten erna. La Monte Young, Arvo Pärt, Steve Reich, Michael Nyman, Philip Glass, Louis Andriessen, Gavin Bryars, Glenn Branca en dergelijke zullen gesmuld hebben van deze originele muzikale benadering. Het stuk bestaat uit 53 korte, genummerde muzikale rijen, die van een halve tel tot 32 tellen duren en die zo vaak herhaald kunnen worden als de muzikant wil, waarbij de lengte van het stuk ook niet vastgelegd is. Riley gelooft in de kracht van de improvisatie en repetitieve structuren. De Nederlandse formatie Smalts, wat voorheen de leden van de legendarische groep de Minny Pops zijn zonder zanger Wally Van Middendorp, vindt het in elk geval hoog tijd er hun eigen versie van te creëren in het kader van het Minimal Festival in Muziekgebouw het IJ. Ze hebben Terry Riley, die inmiddels 80 jaar is, ook een exemplaar overhandigd en hij is er verguld mee. Dat valt, als je deze nieuwe versie hoort, ook helemaal te begrijpen. Deze is eerder al als download verkrijgbaar, maar nu ook uit op cd via het geweldige en eigenzinnige klasse label Blowpipe, waarbij je download codes krijgt van een labelsampler en een alternatieve uitvoering van het stuk. Smalts brengt zonder het origineel geweld aan te doen een prachtig hypnotiserende variant, die de klasse van de meester alleen maar onderstreept. Ze klinken als een kruising tussen een kamer- en gamelanorkest, waarmee ze je ruim 33 minuten in de houdgreep nemen. Er zijn meerdere versies van het stuk gemaakt, maar deze van Smalts is er één die je minimaal moet hebben.
Smile Down Upon Us – Smile Down Upon Us (cd, Where It’s At Is Where You Are)
In 2008 debuteert Smile Down Upon Us met het gelijknamige debuut vol landerige neofolktronica en downtempo post-rock. De groep bestaat uit de multi-instrumentalisten Keiron Phelan (Littlebow, Silver Servants, Phelan Sheppard, State River Widening) en David Sheppard (Ellis Island Sound, Snow Palms, State River Widening, Phelan Sheppard, Balloon, Silver Servants). Ze komen elkaar door de jaren heen in verschillende incarnaties tegen. De groep bestaat tegenwoordig naast Phelan uit de in Tokio wonende zangeres moomLoo (tevens elektronica), die op hun debuut ook al zong. Op hun tweede gelijknamige album, dat in eerste instantie als 12” en digitale release maar spoed ook op cd verschijnt. Sheppard speelt nu de gastenrol, net als geluidsmid Tui aka Orla Wren en celliste Katie English (Isnaj Dui, Doomed Bird of Providence, Littlebow, Silver Servants). Ze brengen hier 9 tracks vol melancholische maar luchtige muziek, waarin neofolk, speelse experimenten en folktronica, lo-fi jazz, eigenzinnige veldopnames, zwoele droompop en landerige post-rock zetelen. Phelan biedt met zijn herfstige zang fraai tegenwicht aan de etherische Japanse zang van moomLoo, waarvan Phelan ook geen idee heeft wat ze zingt (en omgekeerd). In feite produceren ze hier heerlijk tot de verbeelding sprekende, tijdloze en bovenal rijk gedetailleerde sprookjes, waarbij je van de ene verwondering en fraaie vondst in de andere valt. Daarbij moet je denken aan een wisselende licht psychedelische hybride van Hood, Cibo Matto, Tunng, Psapp, Stereolab, Lullatone, Disco Inferno en hun andere projecten. Een innemende en veelzijdige schoonheid van de buitencategorie.
Sietse
Invunche – Invunche (Eigen beheer)
Naast zijn bass werk in Qualm en voorheen Bleak Bulge is de Amsterdamse Martin Valenzuela ook actief in zijn one-man Black Metal / Punk band Invunche. In dit misantropische project, genoemd naar een folklore uit Chile, graaft Valenzuela nog verder die diepste krochten van alles dat ranzig en vuig is af.
Rauwe gitaren, monotone drums en angst aanjagende krijsen worden over de luisteraar geprojecteerd en om alles een nog wat naargeestiger gevoel mee te geven is de opname kwaliteit van deze demo cassette zo lo-fi dat zelfs de grootste lo-fi puristen er een puntje aan kunnen zuigen. Echt iets voor de underground black metal fan dus.
Helaas lijkt het een eenmalig project te zijn waarbij ook maar een keer is opgetreden, tijdens de afgelopen editie van SOTU Festival (met behulp van medemisantropen Kees Peerdeman en Bram … beide ook ex-Bleak Bulge en laatste genoemde ook drummer bij Qualm), maar toch een sterke tape.
Uiteraard zo gelimiteerd dat ie al uitverkocht is, maar voor de liefhebbers is hier een playlist op Youtube te vinden met alle nummers.
Kees Peerdeman – Misshape (Eigen beheer)
Ik noemde hem al in bovenstaand stukje: Kees Peerdeman (ex-Bleak Bulge). Deze excentrieke muzikant werkt vanuit de Middenbeemster aan wat hij zelf Sickbeemster songs noemt. Op deze 2e tape van hem krijgen we een bizar geluid te horen dat zich erg moeilijk lijkt te plaatsen, behalve dat het er nogal deprimerend aan toe gaat. Tijdens het eerste nummer krijgen we een dosis piepende elektronica met een gitaar deuntje en totaal verwerkte zang te horen. Het geheel doet zich geheel 8-bit voor, maar laat zich zeker niet in de 8-bit scene plaatsen.
In de nummers die volgen blijft die elektronica terugkeren, maar wel meer op de achtergrond. De melodieën en zang worden hier veel belangrijker.
Doordat Peerdeman speelt met veel dissonante geluiden, en in stukken soms zeer tegendraads, haast uit de maat, is het in het begin erg moeilijk door te komen. Maar voor de aanhouder valt er veel te ontdekken in deze 20 minuten tellende cassette.
Een veel belovende cassette die toont dat deze door experimenteerdrift gevoerde muzikant zeker wat meer aandacht verdient, en ook echt in de gaten mag worden gehouden voor de toekomst.
Tijger Salto – 11,5% (Eigen beheer)
19 april nam het Amsterdamse trio Tijger Salto afscheid met het laatste optreden en zoals van hen te verwachten werd dit in stijl gedaan. Niet alleen was het namelijk het laatste optreden waarbij de Amsterdamse underground locatie “De Vondelbunker” uiteindelijk volledig op z’n kop stond, ook was het de presentatie van hun nieuw album: 11,5%. En dat album is een bijzondere…: een fles bier met daarop een download code voor het album. Dit gelimiteerde album van 50 stuks is natuurlijk op een bijzondere manier gepresenteerd, maar los daarvan is het ook gewoon een sterk album (pun intended). We krijgen totaal 14 nummers te horen, waarvan een aantal al bekend waren van de twee EP’s (echter wel opnieuw opgenomen). En die 14 nummers zijn ijzersterk. Heerlijke post-hardcore met aardige hooks en een bijzonder funky gevoel. Ergens moet ik wel denken aan MC5 maar dan met dikke punk attitude. Het is in ieder geval zo energiek als een kleuter met ADHD en overdosis aan kleurstoffen in zijn lichaam.
Spijtig dat de heren er mee zijn gestopt, maar er is tenminste voor de 50 gelukkigen een mooi aandenken. Hier op de kast staat een gesloten fles te pronken (ja, hier blijft de fles gewoon netjes dicht), maar voor mensen die wel eens een gokje willen wagen met een fles sterk bier (11,5%) en daar een tof album bij krijgen…stuur de heren een mail.