Stoelendans in het kabinet. Hier draait de muziek zonder onderbrekingen door in de lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Les Dunes, Ghostwoman, Hence Confetti, Prolapse en Shame.
Jan Willem
Les Dunes – From Etne To The Edge Of Space (cd, Kapitän Platte / Sonic Rendezvous / Creative Eclipse PR)
Twee jaar geleden debuteerde het toen nog nieuwe Noorse trio Les Dunes op overtuigende wijze met hun gelijknamige debuut. Helemaal maagdelijk was de groep niet, want bassist Per Steinar Lie was al te vinden in The Low Frequency In Stereo, Lumen Drones, Twigs, Undergrünnen en, Action & Tension & SpaceGitarist, terwijl drummer Morten Jackman meedeed bij Wunderkammer, Helldorado, Jackman, Im Nebel, The Colors Turned Red en The Tramps. De enige nieuwe naam was die van gitarist Per Andreas Haftorsen. Ze weten op hun debuut spannende, instrumentale muziekstukken af te leveren, die je tot de gitaargerichte post-rock mag rekenen. Nu zijn ze terug met From Etne To The Edge Of Space, waar ze 7 nieuwe tracks in zo’n 40 minuten lanceren. Nog altijd weten ze spannende en tot de verbeelding sprekende instrumentale muziek te fabriceren, maar ze zijn wel gegroeid en laten nu ook soms zo’n heerlijke eruptie aan geluid horen. Maar ze weten tevens meer emotie in hun toch al melancholische sound te leggen, hetgeen toch altijd knap blijft bij muziek zonder woorden. Ze kunnen zich dan ook meten met namen als Explosions In The Sky, Mogwai, We Made God en dergelijke, al hebben ze echt een eigen smoel gekregen. Dat alleen al is best een prestatie in dit inmiddels toch wat platgetreden landschap. Voor de rest is het natuurlijk ook gewoon een ijzersterke tweede worp geworden.
Ghostwoman – Welcome To The Civilized World (c, Full Time Hobby / Konkurrent)
Voordat het dun tussen je benen loopt, ja Ghostwoman is hetzelfde project als Ghost Woman. Alleen is na 2023 de schrijfwijze aangepast. De Canadese muzikant Evan John Ushenko (zang, bas, gitaar, percussie), die sinds 2012 in diverse projecten opdook, is daarna lekker doorgestoomd met zijn Ghost Woman. Hij heeft daar drie sterke albums mee uitgebracht, waarvan de laatste al met de bandnaam aan elkaar geschreven. Wellicht heeft het ermee te maken dat de Belgische Ille van Dessel (drums, percussie, zang), tevens van Poolface, zich bij het project heeft gevoegd. Nu laten ze het vierde album Welcome To The Civilized World het licht zien. Ze laten een lekker groevende en gruizige mix van grunge, psychedelische rock, krautrock, noise en postrock horen. Daarbij lijken ze op alle vlakken de puntjes nog meer op de i te hebben gezet. Is ook wel zo beschaafd. Maar vergis je niet, ze kleuren bepaald niet binnen de lijntjes. Het is een uiterst aanstekelijk ongepolijst geheel geworden, dat echt z’n weerga niet kent. Ter referentie moet je denken aan een ruwe mix van The Jesus And Mary Chain, Suicide, Thee Hypnotics, Beak>, The Telescopes en A Place To Bury Strangers. Ik noemde het vorige album van hen, te weten Hindsight Is 50/50, al in overtreffende trap het beste van de groep, maar deze gaat daar eigenlijk gewoon overheen. Waar dit heengaat weet ik ook niet; als het maar beschaafd en tegelijk zo werelds blijft.
Hence Confetti – Duress (cd, Bird’s Robe Records / MGM / Creative Eclipse PR)
Het Australische Hence Confetti komt voort uit de wens van muzikant Rowland Hines, die er de sterke progressieve metal en rockband Mish op nahield, om een breder palet aan stijlen aan te boren. Dat was met het gelijknamige mini debuut in 2023 ook meteen succesvol. Hines (zang, gitaar) werd daar geholpen door Adam Golsby (drums) en Gareth Dwyer (gitaar). De genoemde stijlen van voorheen worden gecombineerd met noise, alternatieve rock, emo en math rock. Ze zijn terug met hun tweede cd Duress, die zes nummers telt en zo’n 26 minuten duurt. Maar hetgeen ze per vierkanre seconde brengen is veel en intens, waardoor de duur van het geheel ook prima is. Ze verwelkomen hier bassist Nathan Russell als nieuw bandlid. De muziek is steviger en nog pakkender dan voorheen. Op overtuigende wijze weten ze flink met je adrenalinespiegels te spelen. De muziek is ook iets meer richting de industrial metal opgeschoven, waardoor bijvoorbeeld Ministry opduikt ter referentie. Daarnaast moet je het ergens zoeken tussen Tool, Mastodon, Today Is The Day en Ulver. Een geweldig en beter vervolgd op hun eerste visitekaartje!
Prolapse – I Wonder When They’re Going To Destroy Your Face (cd, Tapete Records / Bureau B)
Je hebt comebacks en comebacks. Ik was een fan van de groep Prolapse, die 4 sterke albums vol met de betere tegendraadse rock hebben uitgebracht tussen 1992 en 2000. Daarna leek het licht toch wel te doven voor deze Britse formatie. Er was in 2015 alweer een teken van leven toen ze weer live gingen optreden, maar nu is er 26 jaar na hun vorige het vijfde album I Wonder When They’re Going To Destroy Your Face; een titel die er meteen inhakt. Ze brengen in zo’n drie kwartier 9 nieuwe tracks, die behoorlijk aansluiten op hun vorige werk. Misschien dat het iets uitdagender klinkt, wat mede door die typische zang van Mick Derrick en Linda Steelyard komt. Ook Patrick Marsden (gitaar), David Jeffreys (gitaar), Mick Harrison (bas) en Tim Pattison (drums) zijn er nog altijd bij en lekker op dreef hier. Bizarre tijden vragen wel om een album dat weer even tegen de haren instrijkt. Hun mengelmoes van alternatieve rock, noise, shoegaze, indie en post-punk is ongeëvenaard. Ze hebben terugkijkend misschien destijds wel de blauwdruk gemaakt voor hedendaagse bands als Fontaines D.C., zij het dat ze wel een ander geluid laten horen. Ze hebben namelijk ook raakvlakken met Wire, Sleaford Mods, Sebadoh, Sonic Youth, Stereolab, Bailter Space en door de hier en daar opduikende krautrock elementen tevens Can. Het is gevarieerd, fris, urgent en enorm meeslepend. Een grootse en verrassende terugkeer van deze topband!
Shame – Cutthroat (cd, Dead Oceans / Konkurrent)
De Britse groep Shame is hoog op de muzikale ladder begonnen en lijkt steeds maar hoger te klimmen. Je vraagt je haast af hoe hoog die ladder eigenlijk is. Ze hebben een tegendraadse no-nonsense aanpak, die iedere keer weer meeslepend en urgent blijkt te zijn. Daar draagt die bijna nonchalant brutale zang van Charlie Steen ook zeker aan bij. De rauwe, pakkende inbreng van zijn vaste medespelers Sean Coyle-Smith (gitaar), Eddie Green (gitaar), Josh Finerty (bas) en Charlie Forbes (drums) mag er eveneens altijd wezen. Het is een volslagen eigengereide postpunkband. Daar gaan ze op hun vierde album Cutthroat dan ook gewoon mee verder. Ze presenteren in bijna 37 minuten 12 nieuwe songs, die mogelijk nog venijniger zijn dan voorheen. In elk geval doen ze geen compromissen, wat hun sound ook zo woest aantrekkelijk maakt; dat laatste lijkt gezien de muziek en teksten geen doel. Af en toe gooien ze er zelfs een popmelodie doorheen, maar dat omzwachtelen ze altijd met genoeg lawaai. Met die attitude van The Fall en de dito muziek plus kruisbestuivingen van die van New Wet Kojak, Drive Like Jehu, Fontaines D.C., The Weddding Present, IDLES en de oude Pavement, weten ze hier weer het verschil te maken. Het levert hun vierde ijzersterke album op rij op, waarbij de rek er nog lang niet uit lijkt te zijn. Wat een klasbakken!
