Drone redt dieren. Bovendien fijn om naar te luisteren, zoals ook naar de muziek in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Agabas, Audoynaud / ReBis, The Dreams Never End, Emel en Lifeguard.
Jan Willem
Agabas – Hard Anger (lp, Agabas / Creative Eclipse PR)
Agabas is een zeskoppig Noors collectief dat genregrenzen aardig weet op te schudden. Ze hebben inmiddels twee albums uitgebracht waar ze met een maniakale kracht en snelheid door progressieve metal, mathcore en speed jazz schieten, waardoor ze hun stijl wel eens duiden als deathjazz. De groep bestaat uit Sondre Sørensen Brønstad (zang), Oskar Myrseth (gitaar), Jarand Aga Baas (gitaar), Alexander Dellerhagen (saxofoon), Johan Jamtfall (bas) en Bjørn André Syverinsen (drums). Ze presenteren nu hun derde album Hard Anger, dat -als je het aan elkaar zou schrijven, niet verwijst naar de gelijknamige viool maar wel naar het gebied met die naam in Noorwegen. In een goede 36 minuten brengen ze 10 tracks die weer barstensvol woede en energie zitten. Buldervocalen, gitaarerupties, splijtende saxofoonpartijen en een explosief stimulerende drum. De genoemde genres worden aangevuld met black metal, punk, trash, nu metal en hardcore. In één track krijgen ze nog hulp van hun landgenoten Shining en in een andere van Michael Wilbur. Het geheel klinkt als een onwaarschijnlijke mix van Naked City, Skatenigs, Ministry, Igorrr, Slayer, God en Brutal Juice, al kan je er vast nog meer in ontdekken. Het is echt een subliem heavy album geworden.
Audoynaud – Hyperboréen (cd, Eaux Sombres)
ReBis – Sans Motif Apparent (cd, Eaux Sombres)
Als je een label hebt dat vertaald “donkere wateren” heet, word ik op voorhand toch wel nieuwsgierig. Het is het eigen label waar Audoynaud hun album Hyperboréen hebben uitgebracht. Dit is een project van de Franse broers Pierre en Romain Audoynaud, die eerder van zich lieten horen in onder meer Gelatine Turner. Hun project onder hun achternaam sluit daar met de melancholische zang van Romain en de sterke composities van Pierre wel enigszins op aan. Ze brengen hier in een kleine 42 minuten 6 minimale tracks. De twee krijgen hulp van gastmuzikanten op nylongitaar, hobo, althobo, Engelse hoorn, cello, viool, altviool en accordeon. Hun zus Charlotte verzorgt de artwork en fotografie. De titel van het album verwijst naar een plaats uit de Griekse mythologie, die beschouwd wordt als het uiterste noorden van de wereld, een land van zonneschijn en overvloed .Toch nemen ze je naar eigen zeggen mee op een reis naar een fantasierijk, dromerig noorden, waar de kou en de afstand om contemplatie vragen. Dat alles bekruipt je zeker als je het album hoort. Deze singer-songwritermuziek, vormt een combinatie van dark folk, experimentele muziek, veldopnames, neoklassiek, minimal music en drones. Het is broeierig, boeiend, bezinnend en zorgt voor een biologerend mozaïek, waar tekst en muziek met elkaar verweven zijn en resoneren. Daarvoor moet je denken aan een geweldige, telkens wisselende hybride van Daniel Blumberg, Talk Talk, Sylvain Chauveau, Encre, Maninkari, Set Fire To Flames, Astrïd, Avi C. Engel en Dictaphome. Veel mooier en meesterlijker dan dit ga je het zelden krijgen!
Pierre Audoynaud vormt samen met de Franse saxofonist Fred Wallich of hier Wall°ich (Wy, Urban Sax) het duo ReBis. Ze presenteren hun album Sans Motif Apparent, wederom op het Eax Sombres label. De titel, zonder duidelijk motief, verraadt al een beetje dat het hier niet om muziek met kop of staart gaat. Fred brengt saxofoon experimenten en improvisaties, die Pierre met zijn de elektroakoestische geluiden laat muteren dan wel van een kaal decors voorziet. Toch weten ze met dit alles je stevig in de houdgreep te nemen. Het is minimaal, maar spannend, onvoorspelbaar en daardoor ontzettend boeiend. Het is een dialoog tussen de adem en de instrumentatie, die je nauwelijks in woorden kunt vangen. In 4 van samen bijna een uur lang zetten ze iets heel bijzonders neer, dat in verte misschien iets van jazz weg heeft. Ook al heeft de muziek misschien geen duidelijk motief, een motief om dit te gaan luisteren nu hopelijk wel.
The Dreams Never End – Alma Partida (cd, Anti-Demos-Cracia)
Als ik denk aan Portugese muziek, denk ik al gauw aan fado. Maar ik weet door labels als Equilibrium en het langlopende Anti-Demos-Cracia dat er heel veel meer dan dat is; logisch ook natuurlijk. Er is ook echt een behoorlijke post-punk scene daar, waarvan The Dreans Never End een sterk voorbeeld is. Op hun derde album Alma Partida, dat Portugees voor “gebroken ziel” is, brengt het duo Carlos Magalhães en Virgilio Santos in drie kwartier 10 nieuwe tracks, die heerlijk in het verleden roeren, maar het vizier op de toekomst hebben gericht. Hun post-punk lengen ze aan met darkwave, synthwave en synthpop. Het is heerlijk donker en melancholisch, maar zeker niet terneergeslagen. De zang is vrij monotoon, maar sluit eigenlijk perfect aan op de ietwat minimalistische doch doeltreffende muziek. Liefhebbers van The KVB, In Letter Form, Vlimmer en dergelijke, maar ook die van VNV Nation, New Order, Cello en Clan Of Xymox zullen hier op ouderwetse wijze van kunnen genieten. Het bewijst ook eens te meer dat dit genre nog lang niet uitgedund is. Echt een prachtalbum!
Emel – MRA (cd, Yotanka Records)
In de categorie beter later dan niet, wil ik toch het laatste album van MRA uit 2024 van de vrijgevochten Tunesische zangeres Amal al-Mathlouthi aka Emel Mathlouthi of kortweg soms zelfs Emel bespreken. Dit ook naar aanleiding van haar toch wel indrukwekkende optreden laatst op het “Mena was here”-festival in Groningen. Een jaarlijks festival dat nog een beetje moet winnen aan enthousiasme. Emel, die in 2008 door diverse beperkingen naar Parijs verhuisde en inmiddels naar New York is verkast, maakt doorgaan goed doorwaadbare muziek die je wel door de teksten onder protestmuziek kunt scharen. Ze weet veelal een fraaie brug te slaan tussen Tunesische muziek, Westerse, experimentele elektronica en stemmige strijkmuziek. Op haar (niet meer zo) nieuwe album MRA breidt ze haar muzikale horizon verder uit met trap, rap, drum ’n’ bass’en veel percussie. Ze werkt ook samen met diverse rapsters, te weten de Malinese Ami Yerewolo, de Iraanse Justina (aka Farima Habashi Zade), de Iraakse Nayomi, de Oekraïense Alyona Alyon (Alyona Olehivna Savranenko) en de Nigeriaanse (Elohor) Eva Alordiah plus de Franse zangeres Camélia Jordana (voluit met Riad-Aliouane erachter). Kortom een lekker afwisselend internationaal gezelschap. Het geeft haar activisme en strijd voor vrouwenrechten wel een boost, los van het feit dat het weer van een artistieke pracht is ook allemaal. Het is een bijzondere speelster op het wereldtoneel.
Lifeguard – Ripped And Torn (cd, Matador)
Lifeguard is een trio uit Chicago, dat al ergens in 2019 werd opgericht. Ze zeggen beïnvloed te zijn door Television, Unwound, Slint, Fugazi, de geest van de Touch & Go en SST-catalogi en de onbegrensde aspecten van noise. Na een cassette in 2020 brachten ze twee jaar geleden het album Crowd Can Talk/ Dressed In Trenches uit, dat een bundeling van twee epees was. Hierop was al hun frisse, complexe en stevige aanpak te horen, die ze wisten te smeden tot een pakkend geheel. En ook met een volwassen sound voor muzikanten, die destijds nog op de middelbare school zaten. De groep bestaat uit Asher Case (bas, baritongitaar, zang), Isaac Lowenstein (drums, dub, noise) en Kai Slater (gitaar, zang). Asher zal de meer alternatieve muziek met de paplepel binnen hebben gekregen van zijn vader Brian, die in bands als Acteurs, 90 Day Men, Disappears, The Ponys en FACS van zich heeft laten horen. Isaac heeft een muzikale zus in Horsegirl, dus daar zit de muziek goed in de familie. Nog altijd amper droog achter de oren presenteren ze nu hun volwaardige debuut Ripped And Torn, ondanks dat ze met hun 12 songs naar een goed half uur alweer klaar zijn. Ze brengen namelijk echt veel per vierkante seconde. Experimenten, feedback, onrustige snelle gitaar, jagende drums, schreeuwerige maar soms ook melodieuze zang en een bas die de boel bij elkaar probeert te houden. Ze brengen songs en stukken zonder een duidelijke lijn, maar het is altijd urgent en boeiend. Ze mixen in steeds andere delen noise, post-hardcore, post-punk en alternatieve rock. Further, Trumans Water, Sonic Youth, Rake, Unwound, Shellac en in de verte soms ook Joy Division zijn namen die zo maar opborrelen, zij het dat ze in een hedendaags jasje gestoken zijn. Je voelt aan alles dat dit zo maar eens een hele grote in de alternatieve scene kan gaan worden.