Ieder week weer dat nieuws. Zo ook in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Urna Chahar-Tugchi, Deaf Center (2x), JARR, Mauvais Sang, Sun Kil Moon / Lisa Cerbone, These New Puritans en Turtle Skull..
Jan Willem
Urna Chahar-Tugchi – Duun / Voices (cd, Urna Chahar-Tugchi)
De in Duitsland woonachtige Mongoolse zangeres Urna Chahar-Tugchi, die ook wel simpelweg als Urna naar buiten treedt, heb ik van 1995 tot 2005 op de voet gevolgd. Dat was ook de tijd dat ze nog albums uitbracht. Vijf onbeschrijflijk mooie albums vol indringende Mongoolse zang met veelal spaarzame instrumentale begeleiding. Ze beschikt dan ook over een stem waarop je kan leunen. Ik heb haar destijds ook live gezien en gesproken -ik meen in het Tropenmuseum theater- wat een diepe indruk heeft gemaakt. Daarna wordt het stil tot ze in 2018 met de Poolse melancholische Klezmer groep Kroke een album uitbrengt. In 2023 gevolgd door een album met de Italiaanse veteranen Luigi Cinque en Stefano Saletti. Nu is ze terug met Duun / Voices, haar eerste soloalbum in 20 jaar. Ze brengt in 55 minuten 14 nieuwe songs, die -zoals de titel al doet vermoeden- a capella zijn. In een enkele track verzorgt de Poolse producer de achtergrondgeluiden, wat een soort donker en zacht ambient decor vormt. Het is echt weinig mensen gegeven om de luisteraar zo lang met vrijwel enkel en alleen zang aan de boxen te kluisteren. Urna kan dat als geen ander. Ook al begrijp je de woorden niet, je verstaat de onderliggende emoties wel. Het is een album geworden vol universele invoelbare pracht.
Deaf Center – Pale Ravine (cd, Miasmah)
Deaf Center – Reverie (lp/digitaal, Sonic Pieces)
Deaf Center is het langlopende Noorse project, dat zo nu en dan eens een album dropt. Maar als ze dat doen is het meestal een schot in de roos. Het toonaangevende duo bestaat uit de schoolvrienden Erik K. Skodvin en Otto A. Totland, die zich roeren in de neoklassieke hoek. Skodvin, die overigens in Berlijn woont, runt daarnaast het prestigieuze Miasmah label en laat solo maar ook als Svarte Greiner en in B/B/S/ van zich horen. Hij zit veelal in de experimentele, duistere ambient hoek met een soms een neoklassieke ondertoon. Totland laat zich ook niet onbetuigd, zowel onder zijn eigen naam als met zijn neoklassieke ambientproject Nest. Deaf Center ging uit de startblokken met de prachtige mini Neon City EP (2004). Daarna volgde het verpletterend mooie albumdebuut Pale Ravine in 2005. Daarna volgen er nog 5 prachtalbums, maar hun debuut was er één die een standaard neergezet heeft. Dit jaar is deze 20 jaar oud en dat vraagt om een feestje. Daarom is deze opnieuw uitgegeven in allerhande formaten, maar bespreek ik uiteraard de cd versie. Die bevat het oorspronkelijke album plus nog eens 5 bonustracks, waardoor je van de oorspronkelijke 12 tracks van samen 51 minuten ineens op 17 zit en een goede 71 minuten. En bepaald geen kliekjes. Nee het zijn extra’s, die het oorspronkelijke album waardig zijn. Daarmee is dit een geweldige traktatie geworden, zoals een goed feest betaamt.
Maar er valt meer te vieren, want er is ook nog een heus nieuw album van Deaf Center, te weten Reverie, die gezien kan worden als een vervolg op Recount (2014). Ze brengen hier twee langgerekte hypnotiserende stukken (“Rev” en “Erie”), die live opgenomen zijn tijdens de viering van het 15-jarige bestaan van het prestigieuze kwaliteitslabel Sonic Pieces. Het was ook weer de eerste keer in 5 jaar tijd dat de schoolvrienden Erik K. Skodvin en Otto A. Totland weer eens live optraden samen. Otto speelt hier piano en legt de basis voor de stukken, waar Erik op gaat bouwen met gitaar, cello, elektronica en processing. Het is muziek die je langzaam besluipt, plots vastgrijpt en niet meer loslaat tot de allerlaatste seconde. Ze schetsen kale landschappen met drones, ambient, neoklassiek en combinaties hiervan, waarbij ze door dag en nacht gaan, hard en zacht. Het is muziek vol spannende contrasten en werkelijk narcotiserende pracht. Overigens is het niet te horen dat het live gespeeld is, wellicht enkel door het meer rauwe geluid. Wat een beleving moet dit geweest zijn! .
JARR – Evangeline (cdr, Sound In Silence)
Ik kan niet in de agenda van de Britse muzikant Jon Attwood kijken, maar heb zo’n vermoeden dat die aardig volstaat. Naast het feit dat hij veel uitbrengt met zijn geweldige Yellow6 project, vindt hij ook tijd om met enige regelmaat een album met het project JARR af te leveren, dat hij erop nahoudt met de eveneens Britse muzikant Ray Robinson van Wodwo. De bandnaam, mocht dat niet duidelijk zijn, bestaat uit hun initialen. Ze presenteren nu hun vijfde album Evangeline. Hierop staan 10 composities, die opgebouwd rond trage en beschouwende reverb gitaarloops, muren van ambient texturen, vertraagde gitaarmelodieën, minimalistische postrock-ambiance en golven van vervormde shoegazing drones. Het levert fascinerende, ruimtelijke klanklandschappen op, soms lijkt het bijna wel 3D, die je laten wegdromen en tot bezinning leiden, maar waarvan je ook intens van kunt genieten. Naast hun eigen projecten moet je verder denken aan Labradford, Flying Saucer Attack, Robin Guthrie, Windy & Carl, Benoît Pioulard en Adrian Lane. Een schitterend en tot de verbeelding sprekend album.
Mauvais Sang – La Faune (cd, Daaganda Records / The Orchard / Creative Eclipse PR)
Uit Parijs komen ook met enige regelmaat opzienbarende bands. Neem bijvoorbeeld Mauvais Sang, die toch hun muzikale hart op de juiste plek hebben, rond gitarist Mathis Saunier en zanger Léo Simond. Op hun digitale debuut Des Corps Dans Le Décor (2022) lieten ze een eigenzinnige mix van rock horen met folk en elektronica, met de harp als opvallend instrument daarbij. Ze werken altijd wel met diverse gastmuzikanten. Na een epee van vorig jaar, waarop ze wat meer naar These New Puritans koersten, zijn ze nu terug met het album La Faune. De groep is hier uitgebreid met Anouck Bizon en Alicja Cetnar. De groep verbreedt de muzikale horizon andermaal en maakt fijne gruizige mixen van chansons, pop, noise, rock, klassieke muziek en elektronische uitstapjes. Het is allemaal gewaagder en groter om zich heen grijpend, met harde uithalen, al kunnen ze soms ook heel klein en gevoelig uit de hoek komen. Het is haast alsof Dominique A., Hint, The Young Gods en de vroegere These New Puritans een donker samenwerkingsverband zijn aangegaan. Ik noemde hun vorige mini veelbelovend, maar deze is die belofte ver voorbij. Wat een overrompelende oerkracht!
Sun Kil Moon – All The Artists (cd, Caldo Verde)
Lisa Cerbone – We Still Have Sky (cd, Caldo Verde)
Het verhaal is inmiddels wel bekend. De Amerikaanse zanger/gitarist Mark Kozelek was van 1989 tot 2001 te vinden in het onvolprezen Red House Painters, die een groot deel van hun albums op 4AD uit hebben gebracht. Daarna maakte hij in 2002 een doorstart met zijn nieuwe band Sun Kil Moon, waar hij met diverse artiesten de albums vult meer landerige muziek. Vaak zijn de onderwerpen gewoon alledaagse dingen die hij met zang en halfzang brengt. Soms kan hij daarbij wel erg lang doorgaan, maar dat wisselt hij dan toch altijd weer af met intrigerende prachtsongs. En hij kleurt het mede door de verschillende artiesten waarmee hij werkt ook steeds anders in. Ik dacht bij het uitzoeken van mijn cd’s dat er wel wat van deze band zouden sneuvelen, maar in plaats daarvan kwamen er meer bij. Zijn nieuwste album heet All The Artists. Kozelek (zang) werkt hierop met David Stagno (piano, keyboards, gitaar, bas, zang). Het is meer een piano gestuurd album geworden en tevens met meer echte songs. Het gaat wel weer over van alles wat hij gewoon even kwijt wil, een fraai muzikaal omlijst dagboek. Je tuimelt dus niet van je stoel van de nieuwigheden, maar hij brengt wel muziek die zelfs zonder de gitaar naar vroegere tijden teruggrijpt; misschien wordt hij dan toch nog sentimenteel. Alleen het spoken word stuk, waar je ook speekselgeluiden hoort, had van mij niet gehoeven. Voor de rest is het allemaal een uitstekende aanvulling op de inmiddels indrukwekkende discografie.
Eind vorig jaar is op Kozelek’s label ook het vijfde album We Still Have Sky van de Amerikaanse singer-songwriter Lisa Cerbone (zang, gitaar) uitgebracht. Vanwege de huidige verzend- en inklaringskosten is wachten met kopen soms wel handiger tot je 2 of 3 exemplaren in je winkelmandje hebt. Lisa Cerbone. Lisa heeft een beetje onder de radar sinds 1993 gebouwd aan een sterk oeuvre, waarbij haar laatste album uit 2008 is. Ze is daarnaast ook docent Engels. Nu is ze terug met 11 songs, die ze in ruim 50 minuten de revue laat passeren. Ze krijgt daarbij steun van niemand minder dan Mark Kozelek (gitaar, zang, banjo, percussie). Haar melancholische, poëtische teksten, met onderwerpen die veelal uit het leven gegrepen zijn, worden gedragen door de stemmige instrumentaties en natuurlijk Lisa’s zoete, gracieuze zang, die her en der fraai ondersteund wordt door die van Mark. Het levert heerlijk pastorale songs op die ergens tussen folk rock en altcountry uitkomen. Denk daarbij aan een kruisbestuiving van Kristin Hersh, Julie Doiron, Paula Frazer Sun Kil Moon en Nancy Elizabeth. Wat een heerlijk droefgeestige beauty!
These New Puritans – Crooked Wing (cd, Domino)
Het is alweer zo’n zes jaar geleden dat het Britse These New Puritans, rond de tweelingbroers Jack en George Barnett, van zich liet horen. Op hun vier voorgaande albums weten ze telkens te verrassen met steeds weer nieuwe invalshoeken; ze nemen er dan ook hun tijd voor. Hun geluid gaat van met hip hop en bombastische orkestraties geïnfecteerde art- en post-rock naar een meer contemplatief contemporain geluid dat ook neoklassiek bevat. De lichte dramatiek zullen ze nooit helemaal van zich afschudden. Nu zijn George Barnett (drums, percussie, bellen, piano) en Jack (zang, piano, pijporgel, vibrafoon, bellen, cello, klokkenspel, crotales, sound design) terug met Crooked Wing. Ze mogen rekenen op een keur aan (klassieke) vocalisten als Alex Miller, Caroline Polachek en Sophie Sleigh-Johnson, maar ook gastmuzikanten op contrabas, pijporgel, vibrafoon, klokkenspel, Franse hoorn, piano, fluit, percussie, trompet en vleugelhoorn. Onder hen bijvoorbeeld Yazz Ahmed. Voor de mix en productie mogen ze wederom rekenen op Graham Paul Sutton (Bark Psychosis, Boymerang, Colharbourstones). Dit alles om de ambitie van de broers nog maar eens te onderstrepen. Het album, dat 10 nummers van samen ruim drie kwartier rijk is, opent met een jongenssopraan die wel doet denken aan die van The Cook, The Thief, His Wife And Her Lover van Michael Nyman. Ze boren op dit album dan ook wel met enige regelmaat minimal music aan in combinatie met de latere post-rock van Talk Talk. Toch komt er ook weer de nodige bombast in de vorm van stevige percussie, dikwijls vergezeld van dreigende dan wel indrukwekkende orgelpartijen, al vliegen ze nergens uit de bocht en blijft het beheerst. Daarbij duiken er allerhande referenties op, als Nils Petter Molvær, In The Nursery, Jonny Greenwood, Anna Von Hausswolff en Sigur Ròs, al zijn ze inmiddels vooral hun eigen referentie geworden. Ze leveren hier een tot in de puntjes uitgewerkt album af, dat vele kanten opgaat en toch één smaakvol geheel vormt. Het is een meeslepend, machtig mooi album; misschien wel één van hun beste.
Turtle Skull – Being Here (cd, Art As Cartharsis/ Copper Feast Records / Creative Eclipse PR)
Turtle Skull is een Australische rockband, die tegenwoordig bestaat uit Dean McCleod (zang, gitaar), Charlie Gradon (zang, drums), Ally Gradon (zang, synthesizers) en Julian Friese (bas). Ze maken iets dat tussen psychedelische pop en stoner doom inzit. Zelf noemen ze het wel flower-doom, wat door de link met de flower power, met name door de zang, wel te begrijpen valt. Het heeft maar liefst vijf jaar geduurd sinds hun debuut Monolith (2020) voor ze met hun tweede worp Being Here aan komen zetten. Hierop krijg je 8 nieuwe tracks van samen goed 42 minuten, die weer een stevige mix van psychedelische rock, stoner, altpop en rock laten horen. De sound is hier directer. En terwijl de gruizige zware gitaren, rollende baspartijen en stevige drumroffels een donkere onderlaag vormen, is de zang bijna lichtvoetig en vormt een fraai contrast. De muziek is daarbij enerzijds hartstikke retro en tegelijkertijd juist modern. Denk aan een wisselende hybride van Masters Of Reality, Motorpsycho, Spiritualized, Thee Hypnotics en Black Moth Super Rainbow, waar dan soms de zang van Simon & Garfunkel doorheen zit; en bloemetjes in het haar. Het even spannend als steengoed.