Het schaduwkabinet: week 06 – 2025

Na alle transfers en heffingen tijd voor de nodige afwisseling en ophef in het lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Arliston, Mari Boine, Bonnie “Prince” Billy, Veronique Chalot (2x), Dead, Sharon Van Etten, Je T’Aime, Rauelsson, Tacet Tacet Tacet, Wardruna en The Weeknd.


 

Jan Willem

Arliston – Disappointment Machine (12”, Sob Story / It’s All Happening)
Arliston is een nieuw Brits duo bestaande uit zanger Jack Ratcliffe en gitarist/producer George Hasbury. Ze presenteren hun debuut Disappointment Machine, dat in slechts twee weken geschreven is en volgde na persoonlijke tegenslag. Over een onbeantwoorde liefde, maar ook andere teleurstellingen, die telkens op ons pad lijken te komen. Het is dan ook een album vol rauwe emoties geworden, die door de falsetzang wel een extra lading meekrijgen. Ze stellen zich uiterst kwetsbaar op en dat maakt ook dat hetgeen ze hier brengen invoelbaar wordt, wat fraai onderstreept wordt met orkestraties en subtiele elektronica. Daarnaast nemen ze ook wel de rol van de antiheld op zich (à la Mr. Bean) en eigenlijk nooit die van een slachtoffer. Ze gaan hoe moeilijk ook altijd voorwaarts. Daarbij moet je denken aan een mix van Bon Iver, The National, Damien Rice, James Blake, S. Carey en James Vincent McMorrow. Het levert een stemmig droomdebuut op dat bepaald niet teleurstellend is.

https://open.spotify.com/prerelease/1ogwGDmlISVMgnX7oPGSvk?si=4aa6a816baf14ab4

 

Mari Boine – Alva (cd, Norse Music)
En zo schrijf ik over Wardruna en denk ik eraan eens te checken of er toevallig nog iets van de unieke Mari Boine (soms aangevuld met Persen) is verschenen. Blijkt inderdaad in de herfst van afgelopen jaar dat het album Alva is verschenen. Zij beheerst de joik, een traditionele woordeloze zang van de Sami, die wij wel betitelen met de ietwat beledigende term Lappen. Bekende vertolkers zijn Wimme Saari en Mari Boine. Boine heeft de Sami muziek behoorlijk vernieuwd door er folk, jazz en rock aan toe te voegen. Tevens wordt haar werk een paar maal door hedendaagse artiesten gemixt. Ze staat open voor verandering, wat maakt dat ze ook al zo lang weet te boeien met vernieuwende muziek. Ook op dit nieuwe album mixt ze traditie met moderne interventies, die veelal voor die typische “nodric” ijzige jazzy sfeer zorgen. Haar gastmuzikanten verzorgen daarbij onder meer klokken, drums, percussie, gitaar, bas, sampler, programmering, mellotron, synthesizers en zang, Maar dikwijls houdt ze het ook klein, waarbij haar machtige zang de hoofdrol speelt. Hoewel ze richting de 70 gaat, levert ze hier een jeugdig en werelds prachtalbum af.

 

Bonnie “Prince” Billy – The Purple Bird (cd, Domino)
Ik heb een periode gehad dat ik echt alles van Will Oldham wilde hebben. En of dat nu om Palace, Palace Brothers, Palace Contribution, Palace Music, Palace Songs, Bonnie ‘Prince’ Billy, Bonnie ‘Blue’ Billie, Bonnie Billy, Bonny Billy, Бонни “Принц” Билли, Prince William, Joe Oldham of weet ik wat meer ging, dat maakte niet uit. De lo-fi periode aan het begin van zijn carrière met Palace Brothers heb ik nog steeds het hoogst zitten, samen met een aantal bloedmooie albums als Bonnie “Prince” Billy. Op een gegeven moment vind ik het wat wisselvallig worden. Maar een artiest als deze schrijf je nooit af. Zo verscheen er in 2023 weer het prachtalbum Keeping Secrets Will Destroy You. Nu is er The Purple Bird, waarop hij samenwerkt met country, bluegrass en rock producer David R. “Fergie” Ferguson. Ver weg van de lo-fi aanpak destijds. Het pakt echter wel goed uit en brengt Oldham dichterbij de country dan ooit, waarbij zijn kenmerkende emotioneel geladen stemgeluid het verschil weet te maken. Daarnaast leveren ook Adam Chaffins, Brit Taylor en John Anderson vocale bijdragen en doen er legio gastmuzikanten mee. Ik moet zeggen dat ik niet alle 12 songs even mooi vind, zeker niet als het echt country wordt of er teveel stemmen en inhaken momenten opduiken. Daar staan echter zulke verbluffend mooie, met melancholie overgoten songs tegenover, die het album meer dan de moeite waard maken.

 

Veronique Chalot – J’ai Vu Le Loup (cd, Materiali Sonori / Xango Music Distribution)
Veronique Chalot – A L’Entrée Du Temps Clair (cd, Materiali Sonori / Xango Music Distribution)
Het is tegenwoordig weer helemaal in om folk artiesten van weleer te verwelkomen en opnieuw de waardering te geven die ze verdienen. Eentje waar ik zelf niet eerder van had gehoord is Veronique Chalot. Dit is een Française zangeres en multi-instrumentaliste, die begin 1950 is geboren en ons helaas al halverwege 2021 heeft verlaten. Zij gaat in 1974 van start vanuit Florence als Veronique Chalot Ed Il Suo Gruppo. In 1978 brengt ze onder haar eigen naam het album J’ai Vu Le Loup uit, met de subtitel “Ritmi E Canti Tradizionali Bretoni E Occitanici”, waarbij Veronique (zang, gitaar, dulcimer, citer, autoharp) mag rekenen op Angelo Iuorno (fluit, hobo, fagot), Renzo Stefani (percussie), Tino Nobile (contrabas) en Franco Pisciotta (viool). Dit was zelf in die tijd geen gebruikelijke combinatie. In de 8 tracks van samen bijna 40 minuten lang brengt ze dan ook iets dat tussen folk, Bretonse, Barokke en middeleeuwse muziek. Ik denk dat dit eigenlijk voor hun tijd uit was, want na de hippies en new wavers duurde het jaren voor muziek als deze omarmd werd. Naast Sibylle Baier, Karen Dalton en Nick Drake moet je het ook verderop zoeken bij Dead Can Dance, Owain Phyfe en Vashti Bunyan. Het is tijdloos en wonderschoon, ook bijna 50 jaar na dato. En uitgebracht op hetzelfde kwaliteitslabel als destijds, dat al zo lang zoveel bijzonders voortbrengt.
Een jaar na haar solodebuut verschijnt A L’Entrée Du Temps Clair, ofwel “aan het begin van helder weer”, die nu ook weer opnieuw uitgebracht wordt. Hierop bedient ze zichzelf op vrijwel dezelfde instrumenten en mag ze verder leunen op Steve Lunardi (viool, bouzouki), Roly Calabrò (contrabas, bas, bouzouki), Laurent Greppi (cabrette (soort doedelzak), bamboefluit, cromorne, fluit), Paolo Casu (bandir, tablas, beenderen) en Piero Bubbico (drums, bohdran, écossaise). Ze opereren weer behoorlijk naast hun tijdgeest en brengen hier in ruim 40 minuten 9 tracks, die deels aansluiten op de genoemde artiesten maar ook bij Nancy Elizabeth en Fran Rodgers. Het is eigenlijk ongelooflijk hoe de muzikale visie van deze muzikante nog helemaal in het hier en nu past en hoever de mix van diverse stijlen al bestond. Of was dat destijds normaal en zijn we nu afgedreven? Het maakt het hoe dan ook niet minder genietbaar. In 2009 keert Chalot met de groep Veziana nog eenmaal terug. En ondanks haar beperkte output heeft ze zeker een enorme betekenis gehad voor de muziek, Hulde!

 

Dead – Paradise (cd, Icy Cold)
Of het heel handig voor je vindbaarheid is om je band Dead te noemen is de vraag, maar een Franse postpunk band uit Rennes luistert naar die naam. Hun eerste epee is al in 2012 verschenen en hun debuutalbum in 2016. Ze presenteren nu eindelijk hun tweede album Paradise, dat eigenlijk vorig jaar al had moeten verschijn De groep opent fel met venijnige gitaren die wel naar de noisegaze van A Place To Bury Strangers en Ringo Deathstarr koerst. Even later hoor je de jagende avantrock van Suicide terug. Maar door dat alles vlecht het drietal steeds postpunk dan wel coldwave en industrial geluiden. Later duiken er ook nog wel hints naar bijvoorbeeld Joy Division, The Cassandra Complex, Bdrmm en The Telescopes. De groep beschikt toch over een eigen sound, wat al wel een beetje af te leiden viel aan de uiteenlopende invloeden. Veel belangrijker is dat het een geweldig en opzwepend album als resultaat heeft.

 

Sharon Van Etten – Sharon Van Etten & The Attachment Theory (cd, Jagjaguwar / Konkurrent)
Ik heb de Amerikaanse singer-songwriter Sharon Van Etten altijd al een bijzonderheid in het muzikale landschap gevonden. Niet dat ik per se iedere release even goed vind, maar ze heeft iets bijzonders, zowel qua stem en muziek benadering, wat ook diverse uitstekende albums heeft opgeleverd. Ze staat bepaald niet stil en evolueert haar geluid door de jaren heen steeds weer. Inmiddels is ze maar liefst 20 jaar actief en komt ze met haar volgende wapenfeit Sharon Van Etten & The Attachment Theory. Dat laatste deel is in feite haar band, waarbij ze zichzelf iets meer naar de achtergrond lijkt te willen schuiven. Ze heeft haar sound van de meer ingetogen en intieme slaapkamerfolk door de jaren ontwikkeld tot een sterk indierock geluid. In deze nieuwe setting lijkt er iets ontspannend over haar te zijn gekomen. Het is tevens haar eerste echte bandalbum geworden en dat merk je aan alles. Alsof er een last van haar af is gevallen. De muzikale thema’s zijn tijdloos, meer elektronisch en haar zang lijkt helemaal op te bloeien in deze nieuwe bevrijdende situatie. Daarbij durft ze ook meerdere hoeken van de muziek te verkennen, waardoor ook klassiek, wave, gothic en ambient ten tonele verschijnen. De band bestaat uit drummer Jorge Balbi, bassist Devra Hoff en toetseniste/zangeres Teeny Lieberson en die zorgen voor een fraaie omlijsting van haar zang, die kan galmen als Siouxsie en etherisch kan worden als die van Elizabeth Fraser. Verder roept de muziek ook wel associaties op met Austra, Nadine Shah en Waxahatchee. Het is losser, donkerder en toch in de kern niet ver verwijderd van hetgeen waarmee Van Etten ooit begon. Een sterk nieuw hoofdstuk in haar carrière.

 

Je T’Aime – Useless Boy (cd, Noires Productions/ Manic Depression/ Icy Cold)
Het Parijse project Je T’Aime is in 2018 opgetuigd en heeft sindsdien drie albums uitgebracht vol met de betere postpunk, new wave, gothic en coldwave. Ze zitten werkelijk tot aan hun oksels in de muziek van de jaren 80, maar weten daar telkens met nieuwe energie een geheel eigen draai aan te geven. Door de zang en soms de muziek duikt The Cure al snel ter referentie op. Toch brengen ze veel meer dan dat, hetgeen ook weer uit hun nieuwe album Useless Boy blijkt. De band bestaat hier uit dBOY (zang, programmering, gitaar, synthesizer), Tall Bastard (bas, gitaar) en Crazy Z. (gitaar, bas, synthesizer, programmering) en het nieuwe lid Little Bastard (gitaar). Tevens zijn er af en toe poppy vrouwenstemmen te horen, die niet vermeld worden; online lijkt dat om Anaïs Novembre en Marion Parfait te gaan. Zij geven het geheel een Residents en Nouvelles Vague tintje mee. Voor de rest denderen ze op hoge snelheid langs bands als Joy Division, Xiu Xiu, Wumpscut en VNV Nation. Het levert een sensationeel goed album op, waar het echt ouderwets genieten geblazen is.

 

Rauelsson – Niu (cd, Sonic Pieces)
Al sinds 2008 brengt de eigenzinnige Spaanse muzikant en componist Raúl Pastor Medall onder zijn nom de plume Rauelsson muziek uit. Naast solo albums heeft hij eveneens met Peter Broderick, Erik K. Skodvin, Tatu Rönkhö en Derek Hunter Wilson muziek uitgebracht. Hij is bepaald niet eenkennig. Zo is zijn muziek van folk getint meer de neoklassieke dan wel elektronische kant op geëvolueerd; en van zang naar instrumentaal. Inmiddels heeft hij ook al een paar soundtracks op zijn naam staan. Nu is hij terug met zijn album Niue, waarop alles draait om eenvoud en minimalisme. Medall (synthesizers, composities, tekst) pakt qua gastenlijst echter groots uit, want hij wordt vergezeld door Paul Brainard (pedal steel), Heather Woods Broderick (fluit), Katrine Garup Elbo (viool, spoken word), Robin Hayward (tuba), Hilary Jeffery (trombone), Elena Kakaliagou (hoorn) en Sara Nigard Rosendal (vibrafoon). Het album opent met het geheel orkestrale “Prelude No. 7”, waar hij door 17 strijkers van het Sofia Philharmonica wordt bijgestaan en die verderop ook nog een paar keer voor het stemmige strijkwerk zorgen. De muziek is echt niet overdadig en juist sober en intiem, maar weet je werkelijk te verlammen met een schoonheid zoals ook Arvo Pärt dat zo goed kan. Alsof de zon opkomt over een met rijp bedekt landschap. In het tweede stuk “Ornamental Eclipse” stapt hij over op een warme arpeggio met synthesizer-, bas- en pedal steelklanken, waaruit zijn liefde voor ambient naar voren komt; het landschap komt langzaam tot leven. In “A Keyhole-Shaped Island”, dat daar op volgt, zijn het juist de koperblazers en fluit die voor een mystiek met drones gevuld geheel zorgen en waar Elbo op poëtische wijze een fraaie tekst voordraagt (die ook in het boekje is geprint); er is mist op komst. Met die drie verschillende thema’s rouleert hij, want “Puzzle Breeze”, “Podium Of Riddles” en “Ceramic Swallows, Set Of 3” sluiten aan bij de eerste, “Garden Unseen” en “Temporary Alchemy” bij de tweede en “It Could Vanish In A Instant” (met een de titel als gesproken tekst) bij de derde genoemde compositie, die mooi op elkaar aansluiten. Toch brengt hij ook in de op elkaar lijkende stukken steeds weer subtiele variaties, waardoor het allemaal afzonderlijke, fijngevoelige melancholische miniaturen zijn geworden. Hoewel niks helemaal past, denk ik dat verder liefhebbers van onder meer Sarah Davachi, Adrian Lane, Jóhann Jóhannsson, Øjerum, A Winged Vicotry For The Sullen en Christopher Tignor hier hun hart aan op kunnen halen. Dat alles is ook nog eens gestoken in een prachtig handgemaakte hoes van Monique Recknagel, zoals ze meestal doet op haar eigen Sonic Pieces label. Het is een bij de strot grijpend contemplatief meesterwerk geworden.

 

Tacet Tacet Tacet – Fickle (cassette, Attenuation Circuit/ Bloody Sound/ Gross Diskos/ Light Item/ Slowth Records / Peyote Press)
De Italiaanse muzikant Franscesco Zedda, die momenteel in Utrecht woont en werkzaam is, laat zijn muziek het licht zien onder de namen Tonto en Tacet Tacet Tacet. Bij dat laatstgenoemde project is hij geïnspireerd geraakt door John Cage befaamde stille stuk 4’33”. Tacet betekent dan ook “stil”. Toch is het voor de ruimtes tussen de geluiden die Zedda benut, zo blijkt uit z’n nieuwe album Fickle. Hij doet dat zoals de titel al aangeeft op onvoorspelbare wijze. Op spannende wijze loopt hij langs genregrenzen van IDM, musique concrète, ambient, glitch en veldopnames. Je hoort er fragmenten van, al dan niet met speelse of experimentele ritmes, beats en percussiegeluiden, om vervolgens net weer een andere zijweg in te slaan. In zes stukken van samen 36 minuten, laat hij een veelzijdig en intrigerend geluid horen, dat liefhebbers van onder andere Dictaphone, Phylr, Boards Of Canada, Apparaat, The Books en Fennesz wel zal kunnen bekoren.

 

Wardruna – Birna (cd, Fimbulljóð Productions/ Sony Music/ Columbia)
Het in 2003 opgerichte Noorse project Wardruna draait om de creaties van multi-instrumentalist Einar Kvitrafn Selvik (tevens in Skuggsjá). Hij omringt zich met een wisselende line-up. Ze richten zich op het creëren van muzikale vertolkingen van oude Noorse en Noordse tradities, waarvoor ook de nodige traditionele en historische Scandinavische instrumenten worden ingezet. Ze zijn terug met hun zesde album Birna, wat Oudnoors voor “berin” is (en “beer” in het IJslands). De natuur speelt wel vaker een rol in de muziek. Nu is Einar (zang, lieren, bukkehorn, bronselur, neverlur (berk trompet), fluiten, langeleik (citer), kanteel, moraharpe, drums, percussie) is op zoek gegaan naar de stem van de beer en brengt er een ode aan. Daarbij brengt hij naast het bekende tribale folkgeluid ook veel natuurgeluiden en ambient. Met zijn zware stemgeluid heb je ook het idee naar iets vanuit de oertijd te luisteren. Zangeres Lindy-Fay Hella biedt met haar etherische geluid een prachtig tegenwicht; ze zou de bosnimf in het geheel kunnen zijn. De band wordt verder gecompleteerd door Elif Gundersen (bronselur, neverlur, bukkehorn) en John Stenersen (moraharpe). Tevens zijn er vier vocalisten te gast. In 10 tracks van samen maar liefst 66 minuten waan je jezelf in een oud woud (oer-woud) waar de magie van weleer uit de winterslaap wordt gehaald. Daarbij moet je denken aan een hybride van Nytt Land, Dead Can Dance, Isihia, Wimme, Skuggsjá, Mari Boine Persen en Hednigarna. Hoewel het gericht is op de natuur en de aarde, is haast van een onaardse schoonheid.

 

The Weeknd – Hurry Up Tomorrow (cd, XO/ Republic)
De Canadese r&b muzikant Abel Makkonen Tesfaye, met Ethiopische roots, is al sinds 2011 de geestelijk vader van het geweldige project The Weeknd. Als mensen vragen hoe het klinkt, noem ik het altijd een beetje oneerbiedig de Michael Jackson voor volwassenen. Zeker qua zang zijn er wel raakvlakken, maar de muziek is wel anders. Hij haalt zijn inspiratie meer uit bands als Cocteau Twins, AR Kane en Siouxsie & The Banshees en werkt op zijn albums veelvuldig samen met Daniel Lopatin van Oneahtrix Point Never. Dat maakt ook dat zijn sound nooit helemaal onder één noemer past. Hij is nu terug met zijn negende album Hurry Up Tomorrow, wat een mooie James Bond titel zou kunnen zijn. Het is het laatste deel van de trilogie die begon met After Hours (2020) en Dawn FM (2022). Mogelijk gaat hij hierna ook onder zijn eigen naam verder. Hoe dan ook bestaat het nieuwe album uit 22 tracks, waarvan er slechts 11 fysiek worden uitgebracht (al zal de rest ongetwijfeld volgen). Hij mag naast Lopatin rekenen op de Braziliaanse zangeres Anitta, de Amerikaanse zangeres Lana Del Rey en rapper Playboi Carti. De muziek laat op pakkende wijze een mix van r&b soul, synthwave, trap, pop, rap, new wave, rock, Latin en disco horen. Het is allemaal uiterst verslavend en steengoed weer.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.