Teufelswerk

Wat heeft de Meester der Duisternis de dansveteraan uit Beieren ingefluisterd dat zijn nieuwe dubbelalbum zo goed is? Waarschijnlijk "ga zo door" want DJ Hell stelt zelden teleur. De man is techno.

Een album met zo’n mooie titel dat je er geen voor je stuk hoeft te
verzinnen. DJ Hell – Teufelswerk. Een dubbelalbum dat er toe doet, een
album dat er toe doet. Na zijn uniek rauwe NY Muscle album (2004) is DJ
weer voor Hell geplaatst en dat heeft de man na een zoekende periode
weer zijn identiteit teruggeven. Gedeeltelijk een verklaring van
intentie: het gaat om techno. Maar techno met twee gezichten. De eerste
cd is techno-techno, dat wil zeggen dansmuziek, geen frivoliteiten,
gewoon superieure dansmuziek en wel op zo’n niveau dat tijdens
beluistering de gedachte in mij opkomt dat DJ Hell de enige is die
techno in zijn wezen doorgrond, de Boeddha van techno. Techno, altijd
hetzelfde, altijd anders.

We moeten het natuurlijk hebben over zijn vocalisten. Ik zette de cd
zonder al teveel nadenken op en herkende pas na tweede beluistering
Bryan Ferry op opener ‘U Can Dance’, gewoonweg omdat ik zijn stem niet
verwachtte in deze context. Een winnende combinatie, Ferry kan
moeiteloos over zijn “mambo’s talking” mijmeren als in zijn beste Bête
Noire
momenten, een korte blik in wat klinkt als een logische reductie
van de Roxy/Ferry “het-feest-is-over”-sound. ‘The DJ’ is de tweede
samenwerking met P.Diddy en het werkt zowaar. P.Diddy die zich in een
monoloog openbaart als connaisseur van de fijnere undergroundtechno
esthetiek en ethiek zoals gesymboliseerd door “the 20-minute version”.
Ongeloofwaardig misschien maar wel precies de sfeer, de habitat oproept
waar DJ Hell al meer dan twintig jaar in functioneert. De rest wordt
overgelaten aan de vocoder die zich ontfermt over verschillende acid,
electro en techno tracks. Allemaal sterk, modern en eigenzinnig.

Teufelswerk

Nu heeft Hell gesuggereerd dat hij deze eerste cd met de titel Night
nodig had omdat anders niemand de tweede door krautrock geïnspireerde
cd Day als losstaand album zou kopen. Daar doet hij eigenlijk beide
platen tekort mee, de tweede cd is hoogstens wat minder direct. Een
plaat waarvan je ook onwillekeurig verwacht dat hij als
droom/hobbyproject gedoemd is om te mislukken. Zelf hoor ik Can en NEU!
er niet aan af, hoogstens lichte schaduwen van Faust in een soort The
Faust Tapes continue collage manier. Krautrock is hier meer een
benaming voor de vermenging van electronica en organische geluiden, wat
ik zelf niet een bijster interessant onderscheid vind, een akoestische
gitaar is ook maar een machine en een computer kan zonder een mens geen muziek maken. Het is techno niet als functionele
muziek maar als kosmische muziek, schijnbaar doelloos, hypothetische
muziek, plattegronden voor de toekomst. Hell liet in een interview Dark
Side of the Moon
als verwijzing vallen en ik snap wat hij bedoeld. Kant
A van dat vaak ten onrechte afgezeken album is een van de Geboortes van
Techno en een model waar nog veel uit is te halen zonder het letterlijk
te kopiëren. Samen met Christian Prommer, Peter Kruder en Roberto Di
Gioia overspeelt Hell zijn hand niet door voor de 78 minuten te gaan
maar het op een bijna ouderwetse 45 minuten te houden. Hell heeft
altijd een radar voor trends-die-bijna-komen-gaan gehad en Day past
opvallend goed in het Donato Dozzy geluid van slow motion
trance-zonder-regels waarvan nog niet helemaal duidelijk is of het
teveel is gebonden aan uitzonderlijke producers/DJs om echt genoeg
“gewicht” te verzamelen en zoiets te worden als Het Nieuwe Geluid.
Misschien moet het dat ook helemaal niet worden. Nieuwe Geluiden zijn
gemaakt om na kortstondig gebruik te worden weggegooid. Om het nog maar
een keer te herhalen: Techno is voor altijd.

Door OMC

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.