Jaarlijst 2012: Bas

De oude seniele man heeft gewonnen.

1. Scott Walker – Bish Bosch
Hoe ouder de man wordt – hij is nu 69 – hoe verder hij gaat. In vergelijking met nieuweling was The Drift redelijk makkelijk te luisteren (en dat was in 2006 toch een extreem zware pil), en Tilt uit 1995 is bijna easy listening te noemen ten opzichte van Bish Bosch. Ik zal nog maanden, wellicht jaren nodig hebben om de plaat te doorgronden, maar ook zonder dat begrip is Bish Bosch met afstand de meest indrukwekkende muziek die ik in jaren heb gehoord. (lees meer)

2. Swans – The Seer
Het is tijdens ‘Avatar’, gedurende de tweede helft van The Seer – de nieuwe twee uur durende plaat van Swans – dat opperhoofd Michael Gira eindelijk uitspreekt wat de muziek dan al een dik uur doet: bezit van je nemen. Weg met de vrije wil. Totale overgave wordt geëist en gekregen. Omdat je niet anders kan. (lees meer)

3. Burial – Kindred
Zelden zo’n aangrijpende muziek gehoord. De vertwijfeling van de nacht, verbroken relaties op de dansvloer, de pijn van het zijn niet kunnen vergeten ondanks de euforie van de rave. Hoe je het genre ook wil noemen, feit is dat Burial met samplers en beats meer menselijke emotie heeft weten te bewerkstelligen dan welke muziek ook dit jaar. Dat alleen al is een fenomenale prestatie, maar ook los van die eigenlijk toch wel denigrerende opmerking blijft Kindred staan als fabelachtig mooie plaat die veel te vroeg eindigt.

4. A Dead Forest Index – Antique
Stop de persen! Luistert allen! Vanuit Australië komt een tweetal dat u zal laten zuchten van vervoering, u versteld zal laten staan zoals zelden tevoren. Ze zien eruit als een archetypisch wannabe-hipster indieduo, maar laat u zich hierdoor niet van de wijs brengen: dit is bloedserieuze avantpop die alle pretenties meer dan waarmaakt. Moeiteloos. (lees meer)

5. Motorpsycho & Ståle Storløkken – The Death Defying Unicorn

Groots en meeslepend of monsterlijk? Moeilijk kwestie. Een ambitieus progmonster met megalomane trekjes, dat is de nieuwe plaat van Motorpsycho voor je. Wil je dat? Wil ik dat?
(lees meer)

6. The Slaves – Spirits of the Sun
Een kruising tussen My Bloody Valentine en Sunn o))) wordt The Slaves weleens gemakzuchtig genoemd, maar ergens klopt dat ook wel. Pastorale shoegaze-drones die uitmonden in weidse gitaarnoise die ergens tussen hemel en aarde blijft zweven. Alleen uitgebracht op vinyl in zeer beperkte oplage, dus dat ik die heb wil zeggen dat ik een enorme lucky bastard ben.

7. Deftones – Koi No Yokan
Hoe goed Diamond Eyes ook was, nieuweling Koi No Yokan gaat er met overmacht overheen. Het mooist van alles is dat dit op een volledig natuurlijke manier gebeurt. Geen moment wordt er geforceerd, alles klinkt precies zoals het hoort. Wellicht is dat de grootste verdienste van Deftones anno 2012: de kunst om muziek te maken die voor de volle honderd procent bij hen past. (lees meer)

8. Fire! & Oren Ambarchi – In the Mouth a Hand
De muziek die het dichtst in de buurt komt van hetgeen ik zelf wel zou willen maken, mocht ik nog eens de muzikant uit gaan willen hangen. Lange tracks, een aanhoudende groove, gitaarnoise van Oren Ambarchi, en dan Mats Gustaffson die op zijn zware saxofoon alles omver toetert in freejazz stijl. Gelukzalige climaxen in overvloed. Luister hier en word even enthousiast als ik!

9. Bersarin Quartett – II
Op het tweede album van het Duitse éénmanskwartet draait het namelijk om sfeer, sfeer en nog eens sfeer. Een melancholieke, donkere sfeer, vol weemoed, vol vergankelijkheid. Dromend van dingen die voorbij zijn en nooit meer terugkomen. Beelden van desolate vlaktes waar zich overduidelijk belangwekkende zaken hebben afgespeeld, maar waar nu alleen nog maar leegte is. Het zijn deze dingen die Bersarin Quartett teweegbrengt, dingen waarvoor je die hele clichéstal wil opentrekken, om duidelijk te maken hoe mooi en indrukwekkend II is. (lees meer)

10. El-P – Cancer for Cure
De nieuwe El-P Cancer 4 Cure is een van de zeldzame hiphopplaten die ik echt prachtig vind. Ten tijde van debuut van Fantastic Damage in 2002 heb ik ook een hele liefdesrelatie met de muziek en de woorden van de goede man gehad; weken alleen maar die plaat gedraaid, geïntrigeerd door de donkere sfeer, de ingehouden agressie in de voordracht, de kristalheldere dictie, de van creativiteit overlopende muziek. Waarom ik enkele jaren later opvolger I’ll Sleep When You’re Dead compleet over het hoofd heb gezien is een pijnlijk raadsel.
Cancer 4 Cure fascineert tien jaar na Fantastic Damage minstens even erg, en om precies dezelfde redenen.

Allemaal arbitrair natuurlijk, zo’n jaarlijst. Wat mij betreft staan alleen de eerste 5, 6 platen van de lijst vast, en kun je 7 t/m 25 naar hartelust husselen; het ligt maar net aan mijn stemming van de dag of het tijdstip van luisteren, om zo Galaxy Garden van Lone plots op 8 te zetten. Hieronder staan de nummers 11 t/m 25 in ieder geval in alfabetische volgorde, met korte toelichting:

Oren Ambarchi – Audience of One
Dat openingsnummer (‘Salt’) is wellicht het mooiste liedje van 2012. De rest is ook heel mooi maar een stuk abstracter, zelfs de afsluitende Ace Frehley-cover is alleen maar op eerste gehoor redelijk toegankelijk.

Blueneck – Epilogue
Zelden was een titel zo toepasselijk als Epilogue: het klinkt daadwerkelijk als een epiloog van Repetitions, mijn nummer 1 van vorig jaar. Schetsmatig, vol vergankelijkheid, navertellingen waarin duidelijk wordt dat ook het vervolg alleen maar melancholisch kan zijn. Prachtig.

Carlos Cipa – The Monarch and the Viceroy
Jonge pianist die neoklassiek energiek en springerig maakt. Geen eindeloze zwaarmoedigheid, maar juist een reinigende luchtigheid. Heel gevoelig, nergens topzwaar en eigenlijk heerlijk naïef.

Dead Neanderthals – Jazzhammer / Stormannsgalskap
Overweldigende bak herrie, deze grindcore/freejazz waanzin uit Nijmegen. Hier twee lange nummers die doorstomen zoals niets anders dit jaar deed. Maar dan ook echt hè! Ik ben heeeeeel erg benieuwd naar hun samenwerking met Machinefabriek die in 2013 uit gaat komen.

Matt Elliott – The Broken Man
‘If Anyone Ever Tells Me That “it is better to have loved and lost than to have never loved at all” I Will Stab Them in the Face’. Nuff said.

Goat – World Music
Kun je doom, disco, jaren 70 blaxploitation funk en psychrock goed mengen? Ja!

Greg Haines – Digressions
Die Haines gaat af en toe wel erg opzichtig voor de emotie en de traan, maar amai, als hij het zo goed doet als hier ga ik uiteindelijk toch volledig om hoor. Neoklassiek/ambient wordt zelden mooier dan op de mooiste momenten hier.

JK Flesh – Posthuman
Als Blueneck de meest toepasselijke titel heeft, dan JK Flesh de daaropvolgende. Kil, industrieel gebeuk, echo’s van dubstep en doom metal, een vervormd, onmenselijk stemgeluid. Nihilistisch en toch fascinerend mooi, deze nieuweling van Justin Broadrick.

Killing Joke – MMXII
De oudjes deden het sowieso goed in 2012, en Killing Joke liep mee voorop. Jaz Coleman klinkt nog steeds even overtuigend als 25 jaar geleden, de muziek beukt even subtiel als bruut door, en de liedjes zijn ook nog steeds meer dan goed.

Lone – Galaxy Garden
Heerlijk springerige techno(?), ergens tussen oude Aphex Twin en net zo oude Orbital. Toch helemaal van nu door de geweldige sound. Soms bijna naïef en zelfs vrolijk, maar met net genoeg melancholie om diepere lagen erin te kunnen horen. Als het jaar langer was geweest zou hij dus zomaar een stuk hoger kunnen hebben staan, want groeiplaatje hoor.

Necro Deathmort – The Colonial Script
In dezelfde verlaten en verwoeste straat als JK Flesh, maar dan net iets vriendelijker, iets subtieler. Relatief gezien dan hè, want dit is nog steeds deprimerende shit.

thisquietarmy – Exorcisms
Twee plaatkant lange drones, donker als de nacht. Improvisaties opgenomen in een kathedraal, met de galm als extra instrument. Je kunt me voor minder opvegen.

T.R.A.M. – Lingua Franca
Fusion van de 21e eeuw, waarbij dat waarschijnlijk niet als aanbeveling klinkt, maar dat is het toch. De heftigheid van een metalband, de vrijheid van een freejazzcombo, heerlijke melodieën en thema’s, en de saxofonist die heerlijk van piepknor mag gaan. Waanzinnig goed!

Ufomammut – Oro: Opus Primum
Ze brachten twee albums uit dit jaar, een tweeluik. Dit is deel één, een echt prachtig stonerdoom meesterwerk. Hoe vreemd is het dan dat deel twee echt van saaiheid uit elkaar viel. Heel jammer, en het laat onbedoeld ook wel een smet achter op deel één.

Zelienople – The World is a House on Fire
De zachtste, minst opdringerige plaat van 2012. Als een gedrogeerde late Talk Talk zweven ze door zeven spacy postrockliedjes, zonder climaxen maar veeleer aan elkaar hangend van dromerigheid. Voor maximaal effect vooral luisteren aan het begin van de nacht.

En als laatste mijn Spotify playlist met 54 leuke liedjes van 2012. Enjoy!

(Bas Ickenroth)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.