Cinema in 2012 (Ludo)

Le havre
De reis door filmland volbrachten we in 2012 per vrachtwagen, paardenkarretje en bus, om op de achterbank van een politiewagen te eindigen…



Het filmjaar begon zoals altijd met het achterstallige onderhoud. De jaarlijstjes van mede-cinefielen leveren altijd een paar van de hoogtepunten van het jaar erná op. Drie films die in 2011 ook in mijn top 20 een plekje hadden verdiend bleken We Need To Talk About Kevin, My Joy en  Aurora. Gooi ze in de mixer en je komt zo ongeveer op de nummer 1 van dít jaar uit. My Joy is zowel keiharde afrekening als spirituele bezwering, en je gaat ondanks de Russenhaat aan Tarkovsky denken, de grote meester van het mindfuck-genre. Aurora is slow cinema in optima forma. Ontsporen met de snelheid van een slak. Het even verknipte We Need To Talk About Kevin leverde ook stof tot nadenken op, en werd recent weer eens door de waarheid ingehaald. Zo blijven we in de toekomst van dit soort films verzekerd. Bellflower gaf alvast een nihilistisch voorzetje… Met Lynne Ramsays 'Kevin' hebben we hoofdthema van dit filmjaar te pakken: de jeugd. Zo zag ik van diezelfde Ramsay Ratcatcher, een prachtig modern kitchen sink drama, Geluk in een lege badkuip.
Mumblecore is de kindertijd juist langzaam aan het ontgroeien. Zoe Kazan speelt in The Exploding Girl weliswaar een jongedame, ze doet dat zonder het genre zo eigen navelstaren. De blik wordt naar buiten gericht, al is het maar om met kinderlijk enthousiasme een 'mysterie' op te lossen, zoals in Cold Weather.

My joy
Daarna werd het tijd om de blik op 'verse' bronnen te richten, voor zover men daarvan kan spreken als je een vergeeld boekje uit de bieb opduikelt. De Revival van de Japanse film bleek naast flinterdun ook zeer de moeite waard. Op even liefdevolle als gecondenseerde wijze beschrijft Kenzaburo Oë-vertaler Luk van Hauts de opleving van de Japanse filmindustrie vanaf de jaren '90. Hij zorgde zo voor een nieuw salvo aan Miike-movies, de grootste excentriekeling, in een land waar dat toch niet zo opvalt… Ik keek van Miike onder meer Graveyard of Honor, een onwaarschijnlijk ranzige gangsterprent. Over yakuza gesproken. Op de verlanglijst voor komend jaar staat een goede Takeshi Kitano-film, die ik nu alleen even langs zag komen in Merry Christmas Mr. Lawrence, een curieuze jappenkamp-romance met David Bowie. Een eerder lezer had in 'De Revival' alle alinea's over Naomi Kawase onderstreept. Terecht, haar Suzaku spirit de kijker voor even away.

Cure
De twee beste Japanse films 'uit het boekje' waren eveneens mysterieus en ongrijpbaar. A Man Vanishes van Imamura is een avant-gardistische sixties-film, zoals elk nationale cinema van belang er wel een heeft gemaakt. (Voor Zweden kun je bijvoorbeeld zonder problemen I Am Curious invullen.) Taboedoorbrekend, zeer persoonlijk, en met documentaire trekjes. De invloed van Antonioni valt niet te onderschatten. In A Man Vanishes gaat de filmcrew op zoek naar een verdwenen echtgenoot, die vervolgens definitief uit het verhaal verdwijnt voor een stukje 'lekker weg met Meta'. Kiyoshi Kurosawa's Cure is juist een toegankelijke genrefilm. Een paar agenten, een seriemoordenaar, en wat problemen thuis. Hypnose speelt een grote rol, en krijgt ook de kijker in zijn greep. Het ene moment is de film 'leuk en boeiend', dan knipt iemand met de vingers en – flits! – het wordt doodeng.
Ook in All Around Us komen zijdelings nog wat gruwelijke misdaden langs, maar dit familiedrama gaat toch vooral over Echte Liefde. Jawel. Zijdezacht wordt de relatie van twee bijzondere (noem het 'artistieke') zielen geanalyseerd. (Iets vergelijkbaars vindt men in Rois et Reine, maar dan zijn we even in Frankrijk.)

De blik van een buitenstaander heeft zo zijn voordelen. Wim Wenders trok voor Tokyo-Ga  naar Japan, op zoek naar het magie van Ozu, maar raakt aldaar afgeleid door zijn eigen subjectivistische obsessies. En zo hoort het ook. Wenders zorgde trouwens voor een klein persoonlijk unicum. Ik hérkeek een film die ik jaren niet gezien, omdat ik mijn eigen zuinige mening niet meer geloofde. Der Himmer uber Berlin is wél fijn, al is ie toch niet zo mooi als een andere samenwerking van Wenders met schrijver/filosoof Peter Handke. Die Angst des Tormanns beim Elfmeter is nóg beter dan de titel al beloofde, en blijft ook in een Portugees ondertitelde videoband-versie als 'Hard Gras' overeind staan.

Angst des tormanns
Wenders werd vanzelfsprekend getipt in een zoveelste filmencyclopedie die ik gedurende het jaar 'filterde'. Dit soort globale overzichtsfilters begint slijtage te vertonen, na jaren van cinemanie. De 'truc' werkt alleen nog in genres waar ik niks van weet. Daarbij komt Japan nog een laatste keer om de hoek kijken, met de spannende manga's Perfect Blue en Ghost in the Shell (met een heus L'Eclisse-moment). Ook Xala vormde onbekend (Afrikaans) terrein, en is een swingende aanklacht tegen oude en nieuwe kolonialen. Andere toppers uit het 'naamloze' naslagwerk waren Fullers door testosteron vooruitgeschoten oorlogsfilm The Big Red One en de even hormoon-geladen jeugdkamp-film La Meilleure Façon de Marcher. Van geheel andere snit waren de zachtaardige pareltjes Whisky en Love Me Tonight. Wat betreft westerns stak Bad Day at Black Rock er bovenuit, als je ten minste ook ná de Tweede Wereldoorlog nog van een western kunt spreken. Tot slot mag The Idiots van Von Trier niet onvermeld blijven, omdat het zo toepasselijk is dat de meest controversiële en gehate film van het enfant terrible tevens zijn beste is.

Hired hand2
Doordat de spoeling van goede films in naslagwerken dus duidelijk dunner begon te worden, werd het tijd voor een nieuwe invalshoek. Mooi dat Mic in de comments van het vorige jaarartikel een handzame suggestie deed: Alex Cox. Zelf een gemankeerd regisseur, met een daarbij passende voorkeur voor gemankeerde films. Cox presenteerde voor de BBC jarenlang Moviedrome, waarin hij persoonlijke cultfavorieten toonde. Dan hebben we het dus niet over écht trashy werkjes. Cox houdt van houtje touwtje-films die van liefde aan elkaar hangen, óf ruimer gebudgetteerde films die door een overdaad aan ambities uit de bocht zijn gevlogen. Een film die niet in het programma langskwam maar zich 'r wel moeiteloos voor zou kwalificeren is Trouble in Mind, een combinatie van gay extravaganza, film noir, synthesizers en Kris Kristofferson. Science-fiction lijkt sowieso gevoelig voor de valkuilen die Cox waardeert; vooral als Keanu een usb-stick speelt. In het wél door Cox genoemde The Navigator reist men vanuit een Andrei Rublev's zwart-wit verleden naar een verrassende toekomst.
Cox' allerbeste tip was de spiegelend-spirituele cowboy-film ván en met motor-klootzak Peter Fonda. Voor The Hired Hand vergeef ik de man zijn hele carrière. En zijn hoofd.

Rabid
Dankzij het door Cox aangeraden Rabid raakte ik rijkelijk laat overtuigd van de kunsten van David Cronenberg. De ingang tot zijn universum is een echte genrefilm, vol smakelijke intermezzi van allerlei allooi. Daardoor durfde ik eindelijk The Fly te kijken, een film waarbij ik als elfjarig jongetje afhaakte toen Goldblum wel erg veel suiker in de koffie begon te gooien. Nú begreep ik eindelijk (als teken van volwassenheid wellicht) waarom ik de film destijds zo eng vond. Zodoende leerde ik van deze update van Kafka's Verwandlung wat over mijn jonge én huidige zelf. Komt escapisme toch even als een boemerang in je gezicht terug!

Mon oncle antoine
Videoclip-regisseur James Foley (Glengarry Glenn Ross!) is typisch een man voor Cox. Zijn tot in de puntjes verzorgde stijl loopt prettig vast in rommelige scripts, zoals in het 'hoe te dealen met je criminele vader'-drama At Close Range.
De zaken staan er precies omgekeerd voor in de Franse klassieker L'Horloger de Saint-Paul waarin een goeiige vader tot het uiterste wordt getergd als zijn zoon een misdaad begaat.
En daarmee zijn we terug bij 'Kevin' uit de openingsalinea. In de beste films van mijn jaar speelden kinderen een cruciale rol. In Haneke's akelig sterke (en volkomen liefdeloze) Der Siebente Kontinent krijgt een dochtertje klappen voor (en van) de waarheid, nadat haar is beloofd dat ze die niet zou krijgen. In Archipelago zijn de kinderen al volwassen, maar ze leven nog altijd in hun gefnuikte jeugd-ambities en angsten, om nog te zwijgen over dominante moeder en afwezige pa. Het slotwoord is voor pure bildungsverhalen. Antoine ontdekt de meisjes en de andere Bols-bittere geneugten des levens in het fantastische Mon Oncle Antoine. Het meisje uit El Sur heeft het nog veel moeilijker. Erice toont haar spirituele vader-worsteling op de voor hem gebruikelijke schilderachtige wijze, zonder enige concessie aan de kijker te doen. Uiteindelijk kun je iemand anders niet écht kennen.

Cinematigheden
Als de meeschrijvers hun huiswerk hebben genoteerd, beginnen we aan het slechtste uit Nederlandse biosjaar 2012.

The Dark Knight Rises/The Avengers
Ik las dat Hollywood in 2012 11 miljard heeft verdiend, vooral dankzij deze K3-avonturen voor puberjongens. De poorten van de Superhel zullen dus nog verder worden opengezet…

A Dangerous Method
Het talent van Cronenberg, Mortensen en Fassbender weet deze 'film in brieven' maar niet voor saaiheid te behoeden. Knightley's Russische accent is het enige echt gestoorde.

Tot Altijd
Euthanasie geeft eenieder de kans tot eindeloze Cyrano-achtige 'och wee ik ga heen'-speeches. Wat dat betreft kunnen ze het beter de Pil van Socrates noemen. Doodvermoeiend.

Café de Flore
Meer deuntjes dan dialogen pogen deze waan- en onzin aaneen te smeren. Panic in the streets of Montréal, maar niemand die de dj ophangt.

Take This Waltz
Zóveel Michelle Williams, en er nog zo weinig aan vinden. Je zou er medelijden met jezelf van krijgen. Maar dat hebben de mensen in de film al voor drie. ('Should we get a dog?')

Lena
Hier had ook Hemel kunnen staan. Als dit soort films wat zeggen over Vrouw zijn in dit land, zeg ik met het Klein Orkest: dat is nou veertig jaar vrijheid, er is in die tijd veel bereikt…

End of Watch
De opperste vorm van filmliefde is toch nog altijd dat een allochtoon zo goed is zichzelf voor je op te offeren. (Zie ook Intouchables.) Gelukkig hebben we de foto's nog.

De Rouille et d'Os
De rouilleAls ik echt lef had, zou ik hier een poging doen om Amour van Haneke weg te zetten als een van zijn minste films, met een slecht uitgewerkte tweede helft. Het bejubelen van Haneke is gewoonte geworden. Maar ik ben ook gemakzuchtig, en kies voor Audiard. Een makkelijker slachtoffer, want altijd al flirtend met de randjes van het bombastisch melodrama. Met zeikfilm De Rouille et D'Os zakt hij dan eindelijk door het ijs. Niet alleen tijdens het sentimentele einde – ik verwachtte ieder moment dat Górecki's Sorrow Symphony zou klinken – ook daarvoor is de 'romance' tussen de potige spierbundel en zijn totale antithese van een ergerniswekkende houterigheid. En dan zeggen ze dat drama mensen dichter tot elkaar brengt! Voeg daarbij een plot dat gebukt gaat onder overtollig vlees (doe er wat kapitalistische uitbuiting bij!) en de kijker blijft afgestompt achter.

Cinemagie
Daar zijn ze dan. De beste twintig. Laten we het bij één honorable mention laten. Kauwboy is de beste Nederlandse film van het jaar, en past ook zo mooi bij het thema. (En Hugo dan?)

20. Hesher
Het plezier van een stripverhaal, in de vorm van een Guust Flater-omnibus die in je gezicht wordt geslagen. Vader jankt vanachter baard, oma vlucht in de wiet, Culkin-mannetje in zijn kapsel, en Gordon-Levitt stormt daar doorheen als De Grote Ontregelaar.

19. The Perks of Being a Wallflower
Het goede voornemen voor 2013 is om mezelf eens wat minder in dit soort hoofdpersonages te gaan herkennen. Tot dan geniet (grien niet!) ik gewoon van deze high school-nostalgie, langzaam maar zeker overschaduwd door de dwanggedachten uit Ordinary People.

18. Les Géants
Nog een John Cusack-tienerhit, al ontbreken hier – terecht – de meisjes. Wat rest is 'du shit', en met een oude auto in het midden van een maisveld in Wallonië gaan staan. (Het Quebec van om de hoek.) Dit is een road movie in stilstand, een jongensboek dat nooit begint.

17. Atmen
Oostenrijk, het land dat niet wilde bestaan. Atmen heeft die typerende mengeling van Grüssgott-vriendelijkheid en cynisme. De pseudo-nazi (snor, motor, jack) ontpopt zich als surrogaat-vader gedurende mortuarium-bezigheden, waarbij je zelf je adem inhoudt.

16. ParaNorman
In de leukste animatiefilm van het jaar wordt een stelletje 'sociale ondoden' geconfronteerd met een armada aan échte ondoden (oftewel zombies). Het resultaat is tegelijk lollige b-film-parodie én coming of age-film, met als strijkje op de plank wat Eternal Sunshine-melancholie.

15. L'Enfant d'en Haut
Louis Malle zou tevreden zijn. En daarmee verklap ik al bijna de wending die de boel hier op zijn kop zet. Je hart ruist zachtjes om het eenzame leven van Het Kind, dat per kabelbaan (zeg maar l'ascenseur) heen en weer pendelt tussen schorriemorrie en kille Friso-chique.

14. Beats Rhymes & Life
A Tribe Called Quest is meer dan fantastische muziek. Het is ook een water & vuur-tragedie over twee jeugdvrienden die best zonder elkaar kunnen, maar zó goed weten dat ze alleen met zijn tweeën compleet waren. 'When's the last time your heard a funky diabetic?'

13. Laurence Anyways
Is de drieëntwintigjarige Xavier Dolan de 'godfather' van de hausse aan Québécoise films die we dit jaar zagen? In elk geval komt het mooi uit dat Laurence Anyways een verbluffend goed neergezet nineties-epos is, vol sterke vrouwen. En Paul Buchanan.

12. Ill Manors
In Nederland klaagt men graag over een gebrek aan belastingvoordeeltjes voor de filmindustrie ter plaatse. In Engeland legt een rapper voor een habbekrats gewoon even een Magnolia-flitsende gangster-mozaïek-musical neer. Techniek moet je doen.

11. Footnote
Zelden was een vernuftig scenario zo op zijn plaats. Daar heeft iemand net zo lang op zitten puzzelen als baarden op de Talmoed. Rustig wordt er opgebouwd naar de briljante twist (de vondst der vondsten) waarna de stoelendans op op een postzegel kan beginnen.

10. Play
De 'multiculturele samenleving is mislukt'-fantoomwonden hebben Zweden bereikt. Östlund is er de man naar om daar 'ns flink aan te gaan zitten pulken. Hij is zijn leermeester Haneke hier de baas. Een helletocht door het openbaar vervoer, daar waar je 'de ander' niet kan ontlopen.

9. Le Havre
Midnight in Le Havre. Net als Woody weet Kaurismäki zijn haperende carrière nog één keer aan te zwengelen. Alles voelt aangenaam vertrouwd, van gepimpel tot humor zo droog dat je hem niet in inkt moet vangen. Wat zou het, dacht Aki, en maakte het einde Karma-is-oke.

8. Starbuck
Het eerste half uur valt er luid te lachen om deze combi van Urbanus, All-Stars en Apatow-bromance. Ik wil het knauwende Frans spreken zoals deze mannen dat onderling doen. Daarna verandert de film in een goedmoedige familie-tearjerker (jerking indeed). Lief.

7. Beasts of the Southern Wild
Benh Zeitlins is niet voor niets muzikant. In één intense en spetterende lijn wordt zijn debuutfilm als als een ouverture 'uitgerold', met de titel als letterlijke klap op de vuurpijl. Na de 'swing' volgt een aardse symfonie, over ontworteling en eenzaamheid, met een Faulkneriaans slotakkoord.

6. I Wish
Och, de periode tussen 9 en 12 jaar oud! Het onverbeterlijke optimisme. Per telefoonlijn verbinden twee broertjes elkaar en hun vriendengroepen, en gaan ze op zoek naar een snel mirakel. (Japan en openbaar vervoer, het zal nooit voorbijgaan.) De trein raast als een jeugd voorbij.

5.  Monsieur Lazhar
Monsieur lazharMonsieur Lazhar is net als I Wish een prachtige flashback naar de basisschooltijd. Waar I Wish vooral erg schattig is, en zich eigenlijk nauwelijks op school afspeelt, is deze film een stuk harder. De leraren en ouders zijn egocentrisch, de leerlingen rotzakkies! Precies goed. De hitrate in de flitsen van scènes is verbluffend. In no time wordt de onderlinge haat/liefde-verhouding van twee kwetsbare leerlingen neergezet. Monsieur Lazhar zelf is even tragisch als Ryan Gosling in Half Nelson. De sneeuw op het schoolplein smelt bijna van zoveel warmte.

4.  Oslo, 31. august
Oslo augustIn deze pijnlijk goede, zeitgeist-rake remake van Louis Malle's Le Feu Follet hangt het hoofdpersonage als het ware met zijn nagels tegen een steile wand aan, krabbelend naar houvast, naar liefde, naar een uitgestoken hand vooral. Maar zus stuurt doodleuk een 'vervangster'. Zo pijnlijk, én begrijpelijk, want hier wordt niet naar laf medelijden gehengeld. Diep mededogen, dat wel. Ondertussen klinkt La Ritournelle van Tellier, en zien we ook weer zo'n typische 'het einde is nabij' club-scène. Nog een keer 'ophooken', terwijl de dag aanbreekt. De brandspuit smeult het laatste restje levensvuur.

3.  Holy Motors
Holy motorsDenis “Beau Travail” in één enkele rol zien is al een plezier, kun je nagaan wat voor knalfeest de man is in élf hoedanigheden. Holy Motors is prachtig paradoxaal. De film zingt de lof op de filmillusie, terwijl de man die de illusies vertolkt zich doodmoe van sprookjeswereld naar dansparadijs lijkt te slepen. Keer op keer zet de motor der magie zich in gang, om pruttelend tot stilstand te komen. De wielen van de droomfabriek draaiende houden is minder eenvoudig dan het lijkt. Maar dan! Het kwaaiige plezier van de accordeon-scène. Je zou voor minder uit de zetel opstaan om de vuist te heffen.

2.  Moonrise Kingdom
Moonrise kingdomHier heb ik er al van alles over gezegd, maar in de comments werd terecht opgemerkt dat Kara Hayward er bekaaid vanaf kwam. Ik zat me vast teveel met het nerdy jongetje te identificeren. Wes Anderson heeft gelukkig genoeg oog voor de jonge actrice. De camera dartelt om haar heen als een uitgelaten hondje. En dan is er de uitgebreide inventarisatie van haar koffertje. Daarin treft men de bouwstenen voor het perfect indie-droommeisje. Goede obscure muziek, uiterlijke snuisterijen, én boeken uit de bieb, waaraan Anderson nog een bonusfilmpje wijdde. Moonrise Kingdom kun je in zijn geheel gezien zien als zo'n koffertje voor de Anderson-fan. Alles zit erin.

1.  Once Upon a Time in Anatolia
Once upon a timeArnulf Rainer zei al, en hij was vast niet de enige, dat kunst een raadsel moet zijn, zonder dat er een oplossing wordt geëist. Kijken en ondergaan. Once Upon a Time in Anatolia kent onwaarschijnlijk veel lagen om in te verdwalen. Het knappe is dat dat tóch niet gebeurt. Uiterst langzaam leidt Ceylan de kijker van dorp naar stad, van nacht naar dag, van daad naar droom, en van het onbekende naar vertrouwd terrein. Elke plek wordt haast tastbaar, maar vervliegt dan weer. Elk personage nadert de kijker, om dan weer in zichzelf terug te keren. Vergeten doe je niets meer. De duisternis van het platteland, de gouden koplampen van de politie-colonne, de opstuivende bladeren, en het driemanschap aan dolende zielen: crimineel, procureur en dokter. Goh, denk ik al typende. Zo klinkt het als Tsjechov. Even kijken of iemand dat al heeft opgemerkt. En wat vind ik op Wikipedia? 'A number of quotations from stories by Anton Chekhov were incorporated in the script.' Precies dat soort dingen doet deze film met je. Je weet ineens dingen die je helemaal niet wist.

(door Ludo)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.