Jaarlijst 2011: Ludo

'Tear jerker, shadow lurker, wonder worker, reach a bit further.'


The_innocence_mission-my_room_is_in_the_trees10. The Innocence Mission – My Room Is In The Trees
We stemmen de goden gunstig, en openen de lijst met een de meest vrome en ingetogen plaat. Ook de mooiste om te zien, en dan doel ik (eigenlijk vooral) op de al even eenvoudige hoes. Een paar verfstreken op een doek, en plots is de titel verklaard. De muziek is al even subtiel; een piano, heel veel akoestische gitaar en af en toe wat kleur in de vorm van een strijkje en wat drums. Bij deze verstilde folkband geen shout for joy maar fluisterend verlangen, en dat al sinds mijn geboortejaar. Hoe ze al die tijd onder mijn radar konden blijven is een raadsel. De stem van Karen Peris had ik niet willen missen, maar voelt onmiddellijk vertrouwd. Ze is moeder en meisje ineen. Nostalgisch naar vroeger, maar tevreden met nu. 'Breathe out, breathe in the end of school time. Happy on the way home.' Je wilt je hoofd op haar schoot leggen, zeker als de jaren een zweempje slijtage doen doorschemeren. Maar evengoed zingt ze net zo verleidelijk als Emilíana Torrini. Ik zegde dit jaar mijn OOR-abonnement op; en hoewel juíst hij geen blaam treft, was het opvallend hoe René Megens recentelijk te hoop liep tegen instrumentaaltjes. The Innocence Mission bewijst op een volkomen uitgebalanceerd album dat open plekken de luisteraar op adem laten komen, bij zoveel intimiteit. Luister hoe de elektrische gitaar in hoogtepunt Rhode Island, na even met de hoofdmelodie te hebben meegedanst, nog een kleine pirouette maakt, als een breekbare ballerina.

Dolorean-the_unfazed9. Dolorean – The Unfazed
Hoewel ik altijd van schrijven heb gehouden was 2011 op dat vlak echt een topjaar. Meer kwantiteit en vooral (nog) meer plezier. Dat sluit mooi aan bij het dagboek van Frida Vogels, dat mijn najaar beheerste. Indringend en persoonlijk, maar bovenal stralen haar woorden uit dat schrijven een manier is om grip op jezelf en de wereld om je heen te houden. (Elke keer als Frida over dromen begint, nadert het moment dat ze op schrijfgebied – en dus ook in het echt – in een crisis belandt.) Daarom schrijf ik alleen maar over muziek en films, natuurlijk… Toen ik deze top tien opstelde rees de vraag of ik dit jaar niet vooral selecteerde waar ik 'lekker' over heb kunnen schrijven. Acid House Kings bijvoorbeeld, die net buiten de lijst zijn gevallen, of The Unfazed van Dolorean. Een absolute sweet boys-plaat, voor gewone kerels in vale spijkerbroeken en houthakkersblousejes. En wil je daar nou wél of juist niet bij horen? Al James etaleert zijn eigen twijfels zonder larmoyant te worden. (Net als Frida.) Ik denk dat Dolorean muzikaal nooit beter gaat zijn dan nu. Een haardvuur-warme donkerbruine productie, met stabiele drums en een eikenhouten bas die samen een huisje om de kringelende elektrische gitaren bouwen. Een zachte Karate-klap. De twangy titeltrack, met zijn hartverscheurend subtiele doch intense break, is de beste passage die Dolorean ooit opnam. James begint allerlei zaken op te noemen die hem (tot zijn eigen spijt) koud laten, om te eindigen met 'Unfazed by living, until I die'. Kippenvel.

Bill_wells_and_aidan_moffat-everythings_getting_older8. Bill Wells & Aidan Moffat – Everything's Getting Older
'Well you demanded truth, and that's exactly what you got.' Tijdens een fietstochtje, op een van de weinige totaal verregende ochtenden van het jaar, bedacht ik dat deze toch echt in de lijst moest. Het wachten was alleen nog op het moment dat ik op de door bemodderde straten onderuit ging, om het helemaal zeker te weten… Dit is de eerste van twee Schots georiënteerde samenwerkingen in de lijst, en vooral Moffat kon dat goed gebruiken. De pimpelende treurwilg van de mompelfolk wordt weer in gang getrokken, hij heeft toch een kompaan nodig om te schitteren. 'Everybody's scared of being on their own, I thought I was the master but my cover's blown.' Moffat is tekstueel in absolute topvorm. Er is geen plaat met betere en herkenbaardere teksten in deze lijst. Moffat loopt één op twee qua geniale tekstregels. En soms meer dan dat. Spoken word track The Copper Top duurt bijna zes minuten, en elke keer is het weer in een letterlijke vloek en zucht voorbij. 'See the problem with you is that you're top-heavy' vertelt de kleermaker Moffat. Hij kiest een zwart pak uit, 'or charcoal-gray as he called it.' 'Looks black to me.' En het is echt niet zo dat de muziek hier bij achterblijft. Wells laat als een volleerd jazzy barpianist zijn vingers over de mineur-toetsen glijden, en plaatst rake details. In het café na een begrafenis doet Moffat de stropdas van zijn nieuwe jas los. Vrijheid en een berusting. Meteen erna kringelt de piano als een uitgeblazen rookwolk richting het plafond. De nevels rond zijn hoofd worden afgeschud.

The_mountain_goats-all_eternals_deck7. The Mountain Goats – All Eternals Deck
'It's so good to learn, that from right here, the view goes on forever.' In zijn jubileumjaar een klein monument voor John Darnielle, al bezig sinds '91. Elk jaar zijn stem horen, het blijft het genoegen van een old friend. Er waren nog andere Amerikaanse veteranen die een gooi deden naar een ere-vermelding. Bill Callahan maakte met Ridin' For The Feeling een van dé nummers van het jaar, en J Mascis deed een geslaagd unplugged Golden Earrinkje. Maar daar kan Darnielle Never Quite Free tegenover stellen (eveneens één van beste liedjes van het jaar) en bovendien is dit zijn zóveelste goede album. Noeste werkers, ik bewonder ze. Darnielle's tempo is Jandekiaans, waar hij ook fan van is. All Eternals Deck bevat zijn beste werk sinds The Sunset Tree. Hij analyseerde zelf ooit op het ILX-forum hoe artiesten die 'blijven' na een tijdje schouderophalend worden ontvangen; het journaille jaagt verder op nieuwe geluiden, en bovendien, wat moet je nog zeggen? Op een gegeven moment is iemand gewoon 'muzikant'. (En Darnielle is, gelukkig, ook niet iemand die zijn hele leven over de luisteraar uitstort.) Ik zie maar één oplossing. Dermate beroemd worden dat elke stap gemystificeerd wordt. Zet 'm op Goats! Op het weids geproduceerde All Eternals Deck klinkt Darnielle zachter dan ooit, ook door de wat chansonistische (strijk)arrangementen en piano, terwijl er tegelijkertijd afgeknepen woede doorschemert. 'You don't want to see these guys without their masks on'. De hoes mag bla
ck metal zijn, binnenin zit alles weer gewoon opgekropt.

Delicate_steve-wondervisions6. Delicate Steve – Wondervisions
Een compleet jaarlijstje kan niet zonder een 'zie mij eens raar doen'-album. Kandidaat Gablé deed een leuke Franse band-versie van The Books, als een soort audio-cabaret, maar erg groot was de replay value niet. Misschien is mijn smaak wel conservatiever geworden; deze ouwe zak luisterde niet voor niets het hele jaar GF Händel, en of dat nou zo'n nieuwlichter was? Veel distortion kwam er dit jaar ook al niet door de speakers suizen. De metal beperkte zich tot wat nostalgie-rondjes. Toch was er een (nagenoeg instrumentale!) luchtgitaar-plaat die een big smile op het gezicht toverde, en die ik in mijn hoofd 'mee kan zingen'. Delicate Steve is de enige artiest die John Zorn in dit lijstje zal bevallen. Het zelfverklaarde predikaat delicaat lijkt wat curieus, maar het klopt eigenlijk wel. (Waarom een artiest ook tegenspreken!) Steve Marion heeft in zijn beste liedjes een merkwaardig lichte touch. Hij laat zijn gitaar hoog en zachtjes zingen, alsof hij de vaak wél behoorlijk wilde drums en synths in cellofaan verpakt. Het mooiste voorbeeld is de zonnige slottrack Flyin' High, met funky klikkende baspatronen, leipe toetsen en dan de Santana-solo die er doorheen jankt, opzwepend en stevig, maar ook introspectief. Wondervisions is echter écht een album dat je in zijn geheel moet horen. Een puntige reis van slechts een half uur, vol onvergetelijke exotische vergezichten en kekke rafelige hoekjes. Alle continenten komen samen in deze caleidoscopische Wondervisie.

  Duffhues-among_the_ruins5. Duffhuës – Among The Ruins
Het was een uitstekend vaderlands popjaar, ik kan me geen beter herinneren. Zeker als we ook Gorki en Tom Pintens meerekenen. (Die laatste schitterde ten slotte het felst in Remco Camperts Achter De Duinen.) Ook zonder de Vlamingen is de oogst rijk; Pien Feith, Roy Santiago, Alamo Race Track, Paulusma, Milligram Retreat, Johan Borger, Marten de Paepe, The Camp Shakes, Gram, I Am Oak, Villeneuf, en ja ook Spinvis, ze maakten allen prima platen en/of gaven goede concerten. Zou dat nou door de haperende economie komen? Huisvlijt en escapisme stuwen het niveau omhoog. Among The Ruins illustreert op prettige wijze de voordelen van achterstand. Volkomen toevallig luisterde ik in de loop van dit jaar ook naar Cure For Pain van Morphine en Nick Cave's Nocturama, en beide artiesten hebben overduidelijke sporen nagelaten. Doet dat ertoe? Met zulke namen niet natuurlijk. (U2 daarentegen…) Bovendien geeft Duffhuës er een heel persoonlijke draai aan, in samenwerking met de onvolprezen Marcel van de Vondevoort, die de plaat hustlin' and bustlin' vanuit de buik van een draak vol drumt. Jandeks mysterieuze kompaan Eddie lijkt ook hier de snaren te geselen. Duffhues' donkere gedachten charmeren de luisteraar, en lokken hem mee in een tocht door Tolkieniaanse wouden en claustrofobische steden. Of de verbrokkelde resten daarvan, tot stof vergaan in smoggy hitte. Als Duffhues een raampje open doet slaat de klamme werkelijkheid in zijn gezicht. 'Open the only window, to let the air in, the city symphony came rushing in.'
(De enige plaat in de lijst die niet op Spotify staat, is gratis te downloaden… Wel ongetagd, tot verdriet van de Bruce Scrobbelaars.)

King_creosote_and_jon_hopkins-diamond_mine4. King Creosote & Jon Hopkins – Diamond Mine
Geen release in de lijst is zo romantisch en onomwonden nostalgisch-sentimenteel als deze. Nergens zijn ze daar ook zo goed in als in noordwest-Europa. Denk maar aan working class heroes als David Gray en The Frames. Diamond Mine is een audio-versie van eighties-filmklassieker Local Hero. Stadse passanten, ondergedompeld in folk-traditie en familiale huiselijkheid. In dit geval is Jon Hopkins de moderne reiziger; en in opener First Watch lijkt hij werkelijk maar meteen zijn entree in huize Anderson op de computer te hebben opgenomen. Een vrouw in een onverstaanbaar accent groet hem ('Hi Jon' klinkt meer als Hi Jaan') terwijl de vers gevangen vis wordt uitgepakt om straks in de soep te gaan. Hopkins snuift de geuren eens goed op, en installeert zich op een krakende kruk aan de stokoude piano. Hij slaat alvast wat akkoorden aan. 'Jongens, we hebben een barpianist vanavond'. Als de trek is gestild pakt King Creosote zijn gitaar. 'I love to look out at the sea, from the swing park here at Roome Bay beach.' Wat kon het ook anders zijn dan een zeemansballade, met accordeon. De rest van de week leidt King Creosote zijn Engelse bezoeker rond, langs kerkjes, jeugdherinneringen, doorgaande én doodlopende wegen, en bovenal, vergane dromen. 'And you and I we once looked fine.' Hopkins voelt zich honderd jaar ouder, en tegelijkertijd herboren. Terug thuis puzzelt hij in twee doorwaakte nachtjes doorhalen alle bits and pieces in elkaar, een paar Elizabeths erop, en met de meeuwen van de Royal Mail terug naar Fife.

Bon_iver-bon_iver_bon_iver3. Bon Iver – Bon Iver, Bon Iver
De geschiedenis zal me in dezen géén gelijk geven, maar dat is Objektivismus. Ook bij herbeluistering klinkt For Emma wat saai en rigide, al zijn er al momentjes waarin je Bon Iver nieuwe stijl aan kunt horen komen. En wat voor stijl is dat zeg! Bon Iver's Bon Iver, Bon Iver staat voor verleden, heden en toekomst. (Vandaar het driemaal herhalen van zijn naam waarschijnlijk…) Justin Vernon grijpt terug op de melodieën van eighties-kaskrakers als Collins en Townshend, terwijl hij tegelijkertijd autotune inzet, en zingt zoals alle moderne indie-jongetjes. Hoog en breekbaar. Maar als de man in zijn liedjes vervolgens óók nog Sufjan Stevens-blazers en black metal-drums weet te vermengen tot een naturel geheel, weet je dat je naar volkomen unieke toekomstmuziek luistert. Ok, misschien is die theorie wat gezocht, maar Bon Iver doet me ijlen. Letterlijk, want het album maakte vooral zijn rondjes toen ik in de zomer een weekje ziek was. Daar is op zich weinig leuks aan, maar toch, in die haperende staat komen film en muziek vaak harder aan; alsof je pas beseft dat je leeft als je lichaam je in de steek laat. Of je krijgt gewoon makkelijker kippenvel en een brok in de keel, dat kan ook. Ik heb Beth/Rest wel vijftig keer in één weekend gedraaid, het mooiste liedje van het jaar, en ergens ook heerlijk amateuristisch. Meesterlijk kapotte drums, brakke toetsen en jankende saxofoons masseren een grieperig lichaam. Weer gezond verloor het nummer niks van zijn kracht. 'For the light before and after most indefinitely.'

Novack-sequences_and_stills2. Novack – Sequences & Stills
Dit is de enige release in de lijst waar ik nog nergens over geschreven heb. Misschien omdat de plaat zo vertrouwd aanvoelt, of omdat ie op guilty pleasure Parachutes van Coldplay lijkt. Een portie broodnodige softrock in mid-tempo. Novack klinkt onschuldig, uit de tijd dat de nog kalende Chris Martin over stranden dwaalde, en enkel van meisjes als Gwyneth durfde te drómen. Peinzend wat Sequences & Stills dan tot zo'n warme deken maakt schoot me Obi's The Magic Land Of Radio weer te binnen. Vergeten Britpop, eveneens in de slipstream van de groten, en eveneens met een referentie of twee aan Nick Drake. (Luister bij Novack maar eens naar de akoestische gitaar in Sober Times.) De Utrechters voegen aan de gebreide trui-invloeden een spaarzame maar zeer effectieve trompet toe. Bovenal proef je de liefde waarmee aan de productie is gesleuteld. Focus on details, zoals ze zelf zeggen. Kleine soundscapes en wat glitchy ritmes als garnering, en hier en daar voorzichtige samenzang
. (Meer van dat op de volgende!) Ik zag Novack dit jaar twee keer live, waaronder een setje op de onvolprezen (en ergens toch tragische) Record Store Day. Novack speelt vóór het meest afgelegen en sympathiekste platenzaakje van Breda. De groep is niet eens voltallig en toch zijn ze in de meerderheid ten opzichte van de toeschouwers. Terwijl ijle trompet-tonen wegsterven in de lentelucht loopt een jongetje van een jaar of vijf met z'n grootouders langs het tafereel. Met een mengeling van zeurderigheid en bewondering vraagt hij: zijn dit échte muzikanten? Opa bevestigt dit lachend en beent verder. Hij wist niet half hoezeer hij gelijk had.

Wild_beasts-smother1. Wild Beasts – Smother
De (s)moeder aller platen van 2011. Heb 'm bijna doodgeknuffeld met liefde, maar het album is niet kapot te krijgen. Verslavend en ongrijpbaar. Hoe hoger in de lijst hoe minder de teksten ook van belang worden. Smother is gewoon perfect geluid, vol intensiteit maar tegelijkertijd helder. Het album is niet eens Newbury-melancholisch, waar ik toch meestal voor ga. Elk bijvoeglijk naamwoord wat je op deze tien subtiel stuwende grooves kunt plakken lijkt ze tekort te doen. Eén ding is wel zeker, als kers op de taart is daar Hayden Thorpe. Wat een vocalist. Hij is alles: oud, jong, vrouw en man. Enrico Caruso én Andreas Scholl. De liedjes zijn eigenlijk heel minimaal van opzet. Spacy trommeltjes en repeterende synthpatronen zorgen voor een suggestieve puls, geïnspireerd op Steve Reich. Als momenten op filmsoundtracks dat er belangrijke dingen in korte tijd gebeuren, waarvoor woorden tekort schieten. Wolken schieten in fast motion voorbij, het verkeer raast door, en in kantoren werkt men koortsachtig. Smother valt in drie blokken uiteen. Het kwartet dat de band als opening op tafel legt imponeert wellicht het meest, en dat zonder Wild Beasts' vroegere shock and awe-tactieken. De spanning die al vanaf de contemplatieve opener Lion's Share wordt opgebouwd resulteert na een tiental minuten in Loop The Loop. Het beste liedje van de plaat. In het middengedeelte laat men de teugels wat vieren, voor vier wat lossere nummers, waarvan er een toepasselijk Plaything heet. Nu stapt Tom Fleming definitief in de spotlights, de andere vocalist. Minder overdonderend dan Thorpe, maar cruciaal voor de accenten. Hij is de aardse component van de band en zingt diep als David Sylvian. Op z'n Fennesz' gaat in Burning de klavecimbel in de fik, om in rafels uiteen te vallen. De hete lucht laat de band nog een keer opstijgen, naar het smeulende slotepos End Come Too Soon. Een wereld op zichzelf. Van de moeder, naar de Melkweg. 'Devastatingly beautiful.'

(door Ludo)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.