100/00 Hoofdstuk 3

Het is nog even wachten op The Strokes, Kaiser Chiefs…tijd voor techno in de volgende reeks van tien erg goede platen van de jaren '00.

Transitory state

Stefan Goldmann – The Transitory State/Voices of the Dead (2008)

Topgozer. Intelligent, niet bang voor grote gebaren, kent zijn klassieke muziek (zie zijn hoogst curieuze Le Sacre Du Printemps edit die alleen maar nut heeft als je hem op cd hoort), maar schudt ook graag een techno track uit de mouwen die maanden lang de dansvloeren bewoond. The Transitory State is een handige compilatie volgestouwd met krakers: ‘Sleepy Hollow’, ‘Beluga’, de Ligeti-house van ‘Lunatic Fringe’, het lang wegebbende ‘Aurora’, etc. Een tweede cd met de titel Voices of the Dead bestaat uit ongemakkelijk/ongrijpbare muziek die totaal de dansvloer achter zich laat en een naargeestige machinewereld bewandelt waar de mens nog maar een slechte herinnering is.

 

Vertical ascent

Moritz Von Oswald Trio – Vertical Ascent (2009)

Ben hier nog volop mee bezig. Een plaat om je lange tijd in te verliezen. Vernoemd naar die momenten dat muziek je lijkt te doen zweven en dat kan dit trio erg goed, live zelfs nog beter .Vertical Ascent is een van routes die ik techno verder zou willen zien verkennen: een onontgonnen gebied tussen dub, In A Silent Way en Innerzone Orchestra in.

Agnes

Agnès – Dumbles Debut (2007)

In de tweede helft van de 00’s begonnen de Zwitsers zich eens serieus met techno te bemoeien. En dat ging ze erg goed af. Ripperton, The Mountain People, Crowdpleaser, Luciano, Lazy Fat People, Quenum strooide kwistig rond met inventieve tracks. Ze zijn zuinig wat betreft het maken van albums maar Agnès bleek een hele mooi in zich te hebben. Het zwaar ondergewaardeerde Dumbles Debut is techno in de 2000 stijl – introvert, ingetogen, lichtvoetig – met een zeer herkenbare signatuur, een wollige dubdeken, die vrijwel losstaat van het haast te invloedrijke Basic Channel geluid. Hij weet op een of andere manier de geluiden op een volstrekt andere manier te plaatsen dan de rest. Voor de liefhebbers van seizoensmuziek: een perfecte herfstplaat.

Kiki

Kiki – Boogybytes Vol.1 (2006)

Zal nog jarenlang hoge ogen gooien bij een verkiezing van De Lelijkste Hoes Aller Tijden. Maar charmant melig is hij zeker. De muziek op deze mix is weer van een andere orde, die van wonderschoon. De Fin Kiki mocht als eerste de nieuwe serie van het Bpitch Control label mixen en teleurstelde niet. Gelukkig maar want Kiki is een van de leukere en ondergewaardeerde DJ’s van de laatste jaren. Populistisch, altijd in voor old-skool gehamer en toch elegant, een soort trance-niet-trance (ja, dat helpt nietwaar?) Ondanks tracks van namen die net daarna geijkt zouden worden (Gabriel Ananda, Anja Schneider, Fairmont, Âme) compleet eigen.

Dominik eulberg

Dominik Eulberg – Heimische Gefilde (2007)

Een van de succesvolste technoproducers van het decennium wiens tracks graag door DJ’s worden gebruikt vanwege de ritmisch body (kaal, hard, rond) waarover altijd interessante melodieën worden gedrapeerd, soms afgewisseld met een kekke sample uit Eulbergs samplebibliotheek volgestouwd met geluiden van inheems Duitse fauna.  Tracks als ‘Adler’ of ‘Der Buckdrucker’ suggereren een voor hem typische hybride van trance en GAS of Wagner en Aphex Twin. Eulbergs pure albums met nieuw materiaal vallen iets tegen, zeker vergeleken met deze fijne compilatie waarvan de tracks met titels als ‘Die Alpenstrandläufer von Spiekeroog’ op gortdroge wijze door boswachter Eulberg als een biologieles aan elkaar worden gepraat.

UR

Underground Resistance – Interstellar Fugitives 2 : Destruction of Order (2006)

Underground Resistance begon het decennium fenomenaal met de Inspiration/Transistion 12” en leek die grote gebaren maar moeilijk te kunnen voorzien van een waardig vervolg. Bijna uit het niets was er een vloedgolf aan nieuw materiaal in de vorm van de dubbele opvolger van de Interstellar Fugitives compilatie uit 1998. Een ijzersterke combinatie van oude helden (Mike Banks, Suburban Knight, Gerald Mitchell, Andre Holland) en jonge honden (Santiago Salazar, Aquanauts, Von Floyd.) Detroit techno zoals Detroit techno hoort te klinken: scherp, kaal, krachtig met een emotionele rand. Hoogtepunt ‘Attack of the Sonic Samurai’ van Mad Mike is instant UR-canon. Vrouwlief merkte overigens sarcastisch op dat ‘The Fugitive from Tibet (Healing)’ van The Infiltrator erg “op Robert Cray leek.” Niet geheel onterecht overigens.

Henrik Schwarz Live

Henrik Schwarz – Live (2007)

Die Schwarz toch met zijn stomme Kangol petjes. En dan zulke mooie tracks maken en die even aan elkaar mixen. Eerst Sun Ra opzetten en van daaruit met fantastische eigen tracks (‘Imitation Limitation’ en ‘Walk Music’ ) en remixen (‘Vuoi Vuoi’, ‘Atoms’) een soort galactisch funk weven. Kan er trouwens moeilijk mijn vinger op leggen waarom het zo goed is. Mooie samples en bronmateriaal zeker, maar Schwarz heeft een heel eigen manier om tracks te lanceren die, vermoed ik, vooral draait om een spel met baslijnen.

So

So –So (2003)

Als Markus Popp (berucht van cd-krassers Oval) zich ergens mee bemoeit, weet je dat je geen makkelijke luisterervaring tegemoet zal zien, daar kan zelfs een liefelijke Japanse zangeres, Eriko Toyoda, niet tegenop. Wat je dan wel krijgt is een hele spannende plaat met akoestische liedjes die door de mangel worden gehaald waardoor de raarste geluidspaden worden betreden. Alleen Loveless kan als een vage richtingwijzer fungeren. Intiem, ongemakkelijk en uniek.

Aphex twin

Aphex Twin – drukqs (2001)

Richard James heeft een vreemd en relatief rustig decennium achter de rug. Hij leek zich na drukqs te hebben teruggetrokken uit de muziek maar bleek toch de man achter de Analord serie 12-inches vol experimentele acid en schijnt zelfs bezig te zijn met een nieuw album. Het enige pure Aphex Twin wapenfeit vormde de dubbelaar drukqs, volgens James zelf uitgebracht omdat hij tijdens een vliegtuigreis een DAT met tracks was vergeten en ze net zo goed kon uitgeven voordat ze op internet verschenen. Een even grillig als ondergewaardeerd werk was het resultaat. Drukqs is Aphex Twin in al zijn facetten: ambient, electro, harde techno, grappen & grollen, drill ’n bass met als nieuwe toevoeging een verzameling “onmogelijke” pianostukken. Er staat iets teveel geflipte jungle op en (komt die stoplap!) zonder was een enkele cd een meesterwerk geweest maar nog steeds een bijzonder mooie en ook melancholische plaat.

Roots manuva

Roots Manuva – Run Come Save Me (2001)

Een van de weinige hiphop platen die er toe deed kwam van deze relaxte Brit. Het belachelijk goede ‘Witness (1 Hope)’ blaast eigenlijk alles weg met die onmiskenbare whawhahwhahwopwop-baslijn en typisch Engelse observaties. Verder veel rare tracks in een cadans van iemand die strompelend terugkeert van de pub en over herinneringen aan oude reggaeplaten nieuwe raps verzint.

Aldus sprak OMC

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.